From: Holland
De techniek waar Jan sloot zich waarschijnlijk mee bediende wordt gebaseerd op het wegschijven van informatie op een informatie drager, welke zich op een geheel nieuwe manier laat beschrijven.
Het opslag vermogen is illustratief vergeleken met het opslaan van bytes(bits), maar dat is alleen maar om het aantal aflezingen te tellen.
Elk afleespunt (illustratief gezien: elk bit) is een weggeschreven waarde.
Deze waarde komt dan ook niet overheen met de waarde van één bit (0 of 1) Maar is een analoge waarde.
Wat ik schrijf lijkt futuristisch, Maar immers wordt dit principe al (al is dit dan noch digitaal) in het beschrijven van een dvd toegepast.
Een analoge waarde kan dus oneindig veel informatie bevatten. het nadeel dat elk (Bit) in één keer uitgelezen en vertaalt moet worden. Dus dat kost heel veel processor activiteit.
Hierin moet dus een evenwicht ingevonden worden, zodat de uitlees tijd en processor rekentijd sinchroom lopen.
De vraag reist al snel op hoe het mogelijk is om zo veel (zo niet oneindig veel) infomatie in één afleespunt (bit) te kunnen opslaan.
Onderzoekers vermoeden dat jan sloot kans zag om analoge info die via de ether of kabel werd verzonden, kon vertalen naar een reflecterende licht-frequentie.
Met andere woorden door op een rode reflector wit licht schijnen, wordt rood licht terug gekaatst.
Als men dan meetbare licht-frequentie in een naar een benodigde schaal gaat verdelen, kan met dus al snel 2.000.000 verschillende meetbare frequenties gebruiken.
Als je dan van deze 2.000.0000 (Ik noem ze voor het gemak even waardes) steeds 1 ber (bit gebrukt) dan is het niet moeilijk uit te rekenen hoeveel informatie er in één byte opgeslagen kan worden.
Er zijn dan namelijk 2,5599641602060793728010830389494e+50 permutaties mogelijk per 8 (bits)
Niet moeilijk dus om alle ooit gemaakte en bewaarde films in (128 kb) op te slaan:)
frequenties uitlezen is al een paar jaar mogelijk, alleen hoe heeft jan sloot dit kunnen vertalen naar binaire reeksen?