-Even wat verwarring wegnemen -
Maandag 2-6-2008 - INNOVATIE - |
|
Ik heb 'n paar maanden geleden een artikel geschreven voor het
tijdschrijft High Tech Analysis van AME Research
over de vinding van ene Jan Sloot, een uitvinder uit Nieuwegein die in
1999 plotseling overleed. Sloot zou een zeer
ongewone vinding hebben gehad die ervoor zou zorgen dat hele sectoren, zoals de ICT en de media, op hun kop
gezet zouden worden. In 2004 verscheen het boek "De Broncode" van
journalist Eric Smit over dit verhaal en rond
dezelfde tijd werd er in het actualiteitenprogramma Netwerk aandacht aan
besteed.
U hebt inmiddels enkele interessante reacties naar mij opgestuurd over dit verhaal en ik wil u vragen daar vooral
mee door te gaan. Wel heb ik gemerkt dat over de vinding van Sloot veel
onduidelijkheid bestaat en daarom zal ik
nog eens proberen uit te leggen hoe de vork volgens mij in de steel zit.
Uit mijn vorige artikel meenden sommigen af te leiden dat ik het idee
onderschrijf dat Sloot een soort buitenaardse
of homeopathische verkleiningsfactor had bereikt bij het verkleinen van
videobestanden. Dat Jan Sloot dus een verkleiningsfactor van 2 miljoen had. Waarom dit van belang is? Zou dit zo
zijn geweest, dan zou het bedrijf FifthForce,
dat destijds door Roel Pieper werd opgericht om de vinding te
exploiteren, onherroepelijk de hele ICT-wereld overhoop hebben gegooid als Sloot niet voortijdig was gestorven. Ik denk dat
het nog verder gaat. Een verkleiningsfactor van 2 miljoen zou de hele wereldeconomie op zijn kop hebben gezet en
misschien wel tegelijkertijd een groot
deel van de natuurwetenschappen.
Maar dat was niet de strekking van dat artikel. Dat artikel ging niet over de geloofwaardigheid van deze
verkleiningsfactor. Dat sommigen dat er in gelezen hebben, kan ik alleen
maar verklaren uit de verwarring die over de vinding
van Sloot is ontstaan, een verwarring die zich al enkele jaren geleden
al meteen openbaarde na 't verschijnen van
het boek en de uitzendingen van Netwerk. De strekking van mijn
artikel was tweeledig.
Ten eerste bestond er niet zoiets als "het kastje van Jan Sloot". Er
waren twee verschillende kastjes, namelijk een
coderingsapparaat en een decoderingsapparaat annex afspeler. Dat
betekent dat de focus op het "kastje van Sloot",
zoals beschreven in De Broncode en in de uitzendingen van
Netwerk, en op alle resulterende discussies in de media en op internet, misplaatst was. Er waren twee verschillende kastjes
met elk een eigen functie.
Het tweede punt, dat ik veel belangrijker vind, is dat de zoektocht naar
de broncode en de vaststelling dat de broncode weg was, net zo misplaatst was. Sterker nog, dit aspect van het
verhaal is totaal verbijsterend voor iedereen die iets weet van reverse engineering van computerprogramma's of van de
manier waarop deze programma's tot
stand komen. Broncode is immers uit machinecode af te leiden. De
originele broncode, dus de handgeschreven
code die door Jan Sloot geschreven was, is daarvoor niet nodig.
Heel kort door de bocht en puur technisch gesproken onzinnig: de
broncode zat gewoon in het kastje. Beter
nog, in
beide kastjes. Het enige wat moest gebeuren is de kastjes
openmaken, de machinecode uitlezen en deze terugleiden naar broncode. Er bestaan zelfs gereedschappen om dit
geautomatiseerd te doen. Waarom dit niet gebeurd is
bij een vinding die destijds werd gewaardeerd op ongeveer 100
miljard euro, dat is wat mij betreft het echte raadsel
van de vinding van Jan Sloot.
Dan die verkleiningsfactor van 2 miljoen. Is die reeel? Nee, natuurlijk
niet. Een compressietechnologie als MPEG
komt bijvoorbeeld niet verder dan een factor 25. Maar als u dat weet, begrijpt u ook dat een verkleiningsfactor van
pakweg 150 al voldoende is om een significante impact te hebben op alle ICT-processen
die zich met video en audio bezig houden. Daarmee kan de ICT- en mediawereld al genoeg
overhoop worden gegooid en daar vallen zeer
aantrekkelijke zakelijke modellen van te bouwen. Ik ben er
inmiddels achter dat het getal van 2 miljoen dan
ook niet
afkomstig was van Jan Sloot. Sloot was een technicus die van de
realiteit moest uitgaan. Ook iemand die paranoïde was en tegelijkertijd vreselijk onduidelijk communiceerde. Daarmee heeft hij bij zijn investeerders en bij
andere geinteresseerden veel verwarring gewekt. Maar een bedrieger of
fantast? Geen bewijs.
Binnenkort hoop ik weer over dit intrigerende verhaal te publiceren.
Henny van der Pluijm
|