|
RECENSIE, Pieter Klok op 20 september '04, bijgewerkt 21 januari '09, 00:26
|
|
|
Het bedrijfje Fifth Force zou, als het een beetje meezat,
net zo groot worden als Amerikaanse giganten als Cisco en
Intel. De aandeelhouders van het eerste uur, onder wie
ex-Philipstopman Roel Pieper, zouden miljardair worden. En dat
allemaal dankzij een eenvoudige tv-reparateur uit Nieuwegein die
naar eigen zeggen een revolutionaire uitvinding had gedaan.
Maar de eenvoudige tv-reparateur ging dood en nam zijn
uitvinding mee het graf in. Nooit zullen Pieper en de andere
investeerders weten of ze miljarden hebben misgelopen of dat ze zich
hebben zich laten misleiden door een gewiekste tovenaar. Sterker, ze
twijfelen er nog steeds aan, blijkt uit de reconstructie die
Quote-redacteur Eric Smit van deze zaak maakte.
Jan Sloot, want zo heette de tv-reparateur, was een zonderling. Hij
sloot zich van jongs af aan het liefst eenzaam in zijn zolderkamer
op om aan schakelaars en transistors te sleutelen. De LTS maakte hij
niet af,maar op eigen kracht ontwikkelde hij zich tot een geniaal
techneut. Begin jaren tachtig besloot hij zijn kennis te gelde te
maken. Hij wilde een computerprogramma maken, waarmee elke
Nederlandse tv-reparateur toegang had tot zijn kennis. Toen hij daar
mee bezig was, besefte hij al snel dat dit een gigantisch geheugen
vergde. Is het niet mogelijk, vroeg hij zich af, om informatie
efficiënter op te slaan? Dat was mogelijk, concludeerde hij ergens
begin jaren negentig. Hij had naar eigen zeggen een techniek
ontwikkeld waarmee gegevensbestanden twee miljoen keer konden worden
verkleind, zonder dat informatie verloren ging.
Een revolutionaire claim die de digitale wereld op zijn kop zou
zetten. Glasvezelkabels voor transport van digitale informatie
zouden overbodig worden. Hardware van computers kon veel eenvoudiger
en de technologische mogelijkheden zouden geen grenzen meer kennen.
Sloot was ook een brokkenpiloot. Hij had in de jaren negentig al
meerdere faillissementen op zijn naam staan. Niet dat hij geen tv's
kon repareren , maar hij was zo gebiologeerd door de techniek, dat
hij vergat de boekhouding te regelen. Met zijn wat klunzige opereren
raakte hij een gevoelige snaar bij snelle jongens die wél handig met
geld waren. Eind jaren negentig bleek een bonte stoet van
investeerders bereid geld in de vinding te steken. Ze lieten zich
inspireren door de grote successen van de Nieuwe Economie. Was Bill
Gates niet in amper twintig jaar de rijkste man ter wereld geworden?
De eerste investeerders waren bekenden uit het dorp, maar
langzaamaan werden ze gerenommeerder. Begin '90 ontfermde de
Nijmeegse ondernemer Marcel Boekhoorn zich over de vinding. Onder
zijn leiding ging het legertje investeerders langs bij Philips,
bij bestuurslid Roel Pieper om precies te zijn.
Sloot heeft inmiddels een kastje gemaakt waarmee hij zijn vinding
kan demonstreren. Door een chipkaart in een gleuf te steken tovert
hij zestien films op een scherm. Hij beweert dat al die films op het
kleine chipje staan.
Pieper is onder de indruk. Het hoofd van de onderzoeksafdeling van
Philips ook, alleen wil hij eerst zeker weten dat de gegevens
niet ergens anders vandaan komen, van de harde schijf bijvoorbeeld.
Hij vraagt om uitgebreider onderzoek. Daarop raakt Sloot in paniek.
Hij is bang dat Philips er met zijn vinding vandoor gaat en
wil dus zo weinig mogelijk inkijk bieden. 'Het is zo simpel, ze
hebben het al door, als ze ernaar kijken.' Uiteindelijk besluit Philips
van een overeenkomst af te zien.
Roel Pieper blijkt wel bereid het risico te nemen. Bij Philips
is hij op dood spoor beland. Nog voor hij op 1 mei '99 bij
Philips vertrekt, stort hij zich vol op de vinding van Sloot. Op
20 mei wordt hij CEO van het bedrijfje dat de rechten heeft op
Sloots vinding.
En dan gaat het ineens razendsnel. Pieper besluit het bedrijf om te
dopen tot Fifth Force. Pieper en Boekhoorn schakelen ABN Amro
in. Ze gaan naar Amerika waar ze een ontmoeting hebben met Charles
Wang van Computer Associates. Ze gaan in Nederland langs bij
John de Mol, die ook interesse toont. De waarde van de onderneming
wordt ondertussen geschat op een half miljard dollar. Het lijkt een
kwestie van tijd dat Sloot de patentaanvraag gereed heeft en het
feest echt kan beginnen.
Maar dan, op 11 juli 1999, bezwijkt Jan Sloot aan een hartaanval.
Niets aan de hand, denken Pieper en zijn kompanen eerst nog, de
broncode van zijn vinding bevindt zich immers in een kluis. Ze zijn
ook wel opgelucht dat ze van de paranoïde uitvinder zijn verlost.
Totdat blijkt dat de broncode nergens te vinden is . In een kluis in
Nieuwegein bevinden zich slechts wat waardeloze papieren en een boek
van Ludlum. Ook het kastje waarmee Sloot investeerders overtuigde
kunnen ze niet terugvinden. Een detectivebureau wordt ingeschakeld
om alle gangen van Sloot voor zijn dood na te pluizen. Tevergeefs,
er wordt niets gevonden. Een halfjaar na de dood van Sloot heeft
Fifth Force zijn laatste aandeelhoudersvergadering. Tenzij de
broncode nog wordt gevonden natuurlijk.
Eric Smit weet knap in het midden te houden of Sloot genie of
oplichter was. Elke keer als de lezer zeker denkt te weten dat Sloot
een fantast was, komt Smit met argumenten waarom de man best de
waarheid kon spreken.
Voor het verhaal maakt 't niet veel uit of Sloot de waarheid sprak.
Het blijft fascinerend te lezen hoe hoog ondernemend Nederland het
destijds in de bol had. Men droomde van revoluties en hoopte vooraan
te staan in de Nieuwe Wereld. Alleen onder deze omstandigheden kon
een paranoïde tv-reparateur en bingoliefhebber uit Nieuwegein
uitgroeien tot een held.
|
|