Forum: De Broncode (104 topics)
|
|
Topic: Bewustzijn als grens van het
universum..
|
|
rudeonline
17-4-2006 20:53:00 |
De relativiteitstheorie klopt maar wordt
verkeerd geïnterpreteerd..
Grote veranderingen van onze
werkelijkheid zijn nooit zonder schok of
stoot de wereld in gebracht. Ideeën en
theorieën over het heelal en de
werkelijkheid komen dan ook langzaam tot
stand vooral omdat men zich liever
vastbijt in datgene wat we nu denken te
weten. Het geeft ons ook een zeker
gevoel van veiligheid. Het is fijn als
je weet waar je je bevindt. Toch is het
goed om soms een stapje verder te gaan
en het avontuur te kiezen van de
onbekende weg. De kijk op de
werkelijkheid kan zo behoorlijk
veranderen. Was Columbus gewoon een
avonturier of een gek? Hij bewees
eigenlijk dat de wereld rond was, waarom
durfde hij zijn tocht aan en overwon
zijn vrees om van de aarde te vallen? Ik
denk dat je soms moet gokken en zien wat
er gebeurt. En zelfs dan…. toen bewezen
werd dat de aarde rond was duurde het
nog enige tijd voordat de gewone man in
de straat dit kon bevatten. Nu begrijpt
een klein kind dat de aarde rond is en
mede door de kennis hiervan is men in
staat om de aarde ook als ronde planeet
te kunnen aanschouwen.
We kunnen nu heel simpel verklaren
waarom schepen achter de horizon
verdwijnen doordat zij gewoon over een
gigantische bol bewegen. Het idee van
een platte aarde is nu gewoon niet meer
te bevatten. Men zou zich nu zelfs
afvragen hoe men dit ooit kon hebben
gedacht. We zien immers genoeg
aanwijzingen waaruit blijkt dat de aarde
wel rond moet zijn. Denk maar aan de
schaduw die de zon en de maan
ondervinden bij een verduistering. Deze
schaduwen geven ons al heel snel het
bewijs dat de aarde rond moet zijn.
Waarom zagen de mensen dit lang geleden
niet, wat dachten zij toen. Een platte
aarde leunend op een enorme
reuzenschildpad is eigenlijk te gek voor
woorden. Hoe konden intelligente wezens
dit ooit bedenken? De tijd heeft ons
veel geleerd en nog steeds leren wij
bij. Wat ik u wil vertellen is in zekere
zin schokkend, de werkelijkheid is zo
anders als dat wij altijd dachten dat
het ook enige tijd zal duren voordat wij
zover zijn om dit allemaal te bevatten.
Ik vraag u daarom ook om gewoon de
informatie te lezen die u hier ziet en
daar gewoon eens rustig over na te
denken. Wetenschap en filosofie zullen
duidelijk samenvallen en uw begrip over
ruimte en tijd zullen totaal anders
worden. Misschien vindt u dat ik wat
hoog van de toren blaas, maar het enige
wat ik wil bereiken met mijn stelling is
dat er serieus nagedacht gaat worden
over ons bewustzijn en onze link met de
werkelijkheid. De basis van mijn
stelling is dat het heden wat alleen
maar uit ons bewustzijn bestaat de
werkelijke grens van het universum is.
De ruimte en tijd van morgen bestaan nog
niet. Onze reis door de tijd brengt ons
er naar toe.
Een aantal stellingen en constateringen
uit de relativiteitstheorie en de
huidige wetenschap..
In de Quest van Maart 2005 stond ook nog
een stukje over de uitleg van de
Relativiteitstheorie van Einstein:
quote:
Zelfs natuurkundigen zijn het er over
eens: de relativiteitstheorie echt
begrijpen, dat kan geen mens. "Je moet
je dan een vierdimensionale ruimte
kunnen voorstellen, en dat is
onmogelijk.", schreef de beroemde, aan
een rolstoel gekluisterde natuurkundige
Stephen Hawking daarover. Het beste is
om de theorie gewoon maar over je heen
te laten komen. De hoogtepunten van de
relativiteitstheorie op een rij.
1. Beweging is relatief
Iemand die op het station staat, ziet de
passagiers in de trein langskomen.
Terwijl de passagiers toch echt zeggen
dat ze stil zitten. Conclusie: beweging
is relatief en hangt af van de beweging
van de waarnemer.
2. De lichtsnelheid is constant
Of je nu heel hard op een lamp afrent,
of er in een ruimteschip razendsnel
vanaf vliegt; de snelheid waarmee licht
op je afkomt, is voor iedereen altijd
gelijk. Het beweegt met 300.000
kilometer per seconde, ofwel ruim een
miljard kilometer per uur. Dat druist in
tegen het gezonde verstand. Maar
Einsteins meesterzet was om te zeggen:
blijkbaar zit ons gezonde verstand
ernaast. Als de lichtsnelheid voor
iedere waarnemer constant is, dan is dat
gewoon zo.
3. Wat beweegt, wordt kleiner
Maar hoe kan de lichtsnelheid nu voor
iedereen hetzelfde zijn? Het antwoord
daarop is simpel. Om snelheid te meten
(het aantal meters per seconde), heb je
onder meer een meetlat nodig. Blijkbaar
is de meetlat van de persoon die naar de
lamp toe vliegt korter dan de lat van
degene die er vandaan gaat. Maar, en nu
wordt het pas écht vreemd: de personen
zelf merken daar niets van. Gezien
vanuit hun standpunt, blijven hun
meetlatten even lang.
4. Wat beweegt, vertraagt
En dat is niet het enige. Om de
lichtsnelheid te meten, heb je behalve
een meetlat ook een klok nodig. En omdat
de lichtsnelheid voor iedere waarnemer
hetzelfde is, loopt de klok van iemand
die een lamp nadert langzamer dan de
klok van degene van degene die van de
lamp wegvliegt. Maar ook daarvan merken
beiden niets.
5. Niets gaat zo snel als licht
Niemand kan sneller reizen dan het
licht. Net zo snel als het licht dan?
Dat kan ook al niet. De lichtsnelheid is
de bovengrens. Het is best te begrijpen
waarom. Een ruimteschip dat versnelt,
krimpt en vertraagt. Dij de
lichtsnelheid zou de tijd stilstaan en
het ruimteschip verdwijnen.
6. Wat beweegt, wordt zwaarder
Aangezien niets zo snel gaat als het
licht, moet je dus steeds harder tegen
een ruimteschip aanduwen om hem steeds
harder te laten gaan. Einstein besefte
wat dat betekent. Eigenlijk wordt het
ruimteschip steeds zwaarder. Zijn massa
neemt toe. In een bewegend vliegtuig
zijn we dus, naar de begrippen van
iemand op de grond, iets zwaarder dan
wanneer we stilstaan.
7. E=mc²
Ofwel: energie is massa maal de
lichtsnelheid in het kwadraat. Ofwel:
een piepklein beetje massa bevat
ontstellend veel energie. Dat verklaart
waarom atoombommen zo verwoestend zijn:
die zetten een heel klein beetje massa
om in pure energie. Ooit is berekend dat
er bij de omzetting van een volwassen
mens in pure energie, een dreun zou
klinken van zo’n acht zware
waterstofbommen.
8. Tijd = ruimte
Niets gaat sneller dan licht. En dat
betekent weer dat er een diepzinnig
verband is tussen tijd en ruimte. Hoe
hard je ook gaat, het kost altijd ‘tijd’
en ‘ruimte’ af te leggen. Einstein zag
tijd als de vierde dimensie. We kunnen
naar links, naar rechts, naar onder en
naar boven, en intussen reizen we
vooruit in de tijd.
9. Zwaartekracht is net zoiets als
versnelling
Een lift die in beweging komt en stijgt,
duwt je omlaag tegen de vloer. Op
planeten gebeurt in feite hetzelfde. Ook
op aarde worden we tegen de grond
geduwd. Een planeet gedraagt zich dus
net als een lift die steeds sneller
omhaag gaat. Einstein zei daarom dat de
zwaartekracht ‘equivalent’ is met
versnelling. Hij noemde dat ‘de
gelukkigste gedachte in mijn leven’.
10. Een zwaar object kromt de ruimtetijd
Een planeet moet je je voorstellen als
een bowlingbal die een deuk maakt in een
strakgetrokken laken. Zou je er een
pingpongballetje naast leggen, dan rolt
dat naar de deuk toe, alsof de
bowlingbal hem aantrekt. Met zware
objecten als planeten en sterren zit het
net zo. Die duwen ‘kuilen’ in de
ruimtetijd. Daardoor ‘rollen’ er andere
objecten naar toe, en lijkt het alsof de
planeten geheimzinnige
aantrekkingskracht hebben. Die noemen we
de zwaartekracht. Maar het is geen
gewone kracht. De aantrekkingskracht is
een gevolg van de krom geduwde
ruimtetijd.
De kennis van deze zaken is voldoende om
te begrijpen dat de relativiteitstheorie
niet klopt.
U mag zich er natuurlijk verder in
verdiepen, maar de bovengenoemde
aannames kloppen en daarom is het niet
noodzakelijk om verder elk detail uit te
gaan pluizen. Bovengenoemde feiten
kunnen door meerdere theorieën worden
uitgelegd maar helaas houdt de
wetenschap zich vooralsnog erg vast aan
maar 1 optie, de theorie van Einstein.
En ook ik geloof dat veel van de RT (
relativiteitstheorie) klopt, ik denk
alleen dat we hem eens zouden moeten
omdraaien. Veel onbegrijpelijke
begrippen uit de RT zouden dan veel
logischer worden en voor veel meer
mensen te begrijpen. Ik heb als
uitgangspunt dat iedereen de RT kan
begrijpen met betrekking tot de
lichtsnelheid. Daar hebben we maar
weinig kennis van wiskunde voor nodig,
ons voorstellingvermogen zal wel
getoetst worden. Maar als we eenmaal tot
het juiste inzicht komen is datgene waar
ik het over wil hebben te begrijpen door
een klein kind. Net als dat hetzelfde
kleine kind begrijpt waarom de aarde
rond is.
Lichtsnelheid….. 0.
Hoewel de natuurkunde er nog altijd
vanuit gaat dat de lichtsnelheid de
hoogst haalbare snelheid is vermoed ik
juist het tegenovergestelde. Mijn
inziens is de snelheid van het licht het
absolute nulpunt van tijd en beweging.
Voordat ik met de wetenschappelijke
bewijzen kom, dat komt later, zou u
eerst eens moeten proberen om uw kijk op
ruimte en tijd een beetje anders te
interpreteren. Onderstaande kan u
wellicht op weg helpen waardoor u op een
nieuwe manier kunt leren kijken.
1) Tijd en ruimte.
Een van de eerste dingen die u moet zien
te begrijpen is het fenomeen tijd en
ruimte. Men ziet deze 2 over het
algemeen als 2 afzonderlijke dimensies
waarbij ruimte 3 dimensionaal is en tijd
slechts 1 dimensionaal. In zekere mate
klopt dit wel omdat een ruimte volgens
onze manier van kijken slechts 3
dimensies kent. De 4e dimensies ( tijd)
is dan niets anders als het tijdstip
waarop iets bestaat en staat zodoende
los van de 3 andere dimensies.
Duidelijk mag zijn dat er in een
volledig leeg heelal niets of niemand is
om tijd te kunnen constateren. Maar
betekent dit dan ook de afwezigheid van
tijd? Neem bijvoorbeeld een bal. Een bal
is een lege ruimte met een omhulsel.
Wanneer de bal ouder wordt, en dat doet
hij op het moment dat hij bestaat, dan
wordt de ruimte in de bal
vanzelfsprekend ook ouder.
Vergeet nu dat deze lege ruimte wordt
omringd door de bal en focus u alleen op
de ruimte in de bal. Zou tijd dan alleen
maar hebben bestaan op het moment dat de
ruimte was omhuld met een bal? Op het
moment dat er ruimte is, dan is er ook
tijd waarin deze ruimte zich bevindt.
Tijd en ruimte bestaan dus eigenlijk
gelijktijdig. Als er immers een massa
is, dan neemt deze ook ruimte in. Zonder
ruimte zou de bal geen plaats hebben
gehad om in te bestaan. Ruimte en tijd
kunnen dus nooit afzonderlijk van elkaar
bestaan. Zonder ruimte is er geen tijd.
Zonder tijd is er ook geen ruimte. Ze
vormen samen een eenheid. Tijd is gelijk
aan ruimte.
Iedereen weet dat ruimte niets anders is
als een afstand. Wij meten over het
algemeen afstanden van a naar b waarbij
Ab de afstand is tussen 2 punten. Deze
punten zijn dan b.v. verschillende
massa´s. Een afstand vanaf jou huis tot
aan de supermarkt is in wezen niets
anders als de afstand tussen jou
voordeur en de voordeur van de
supermarkt.
Op het moment dat jij vanuit jouw huis
naar de supermarkt gaat heb je een
bepaalde weg af te leggen. Zonder dat
men hierbij stil staat bestaat een
afgelegde weg uiteindelijk alleen maar
uit afgelegde tijd. Zonder tijd kun je
immers geen weg afleggen. Jij verplaatst
je weliswaar over een weg, maar de
ruimte tussen jou en de supermarkt is
eigenlijk niets anders dan tijd die je
aflegt. Of je dit ook daadwerkelijk gaat
doen is niet van belang. Op het moment
dat er een afstand bestaat, bestaat er
ook tijd. De afstand vanaf de aarde tot
aan de maan bestaat uiteindelijk alleen
maar uit tijd welke je nodig hebt om bij
de maan te kunnen komen.
Hieruit zou je kunnen concluderen dat
tijd en ruimte eigenlijk dezelfde zijn.
Elke afstand vertegenwoordigt een stukje
tijd waarbij jij zelf bepaald hoeveel
tijd jij nodig hebt om deze afstand af
te leggen. Op dit moment geldt dat de
lichtsnelheid de hoogst haalbare
snelheid is, waaruit je kunt afleiden
dat de minimale tijd tussen ons en de
maan, welke ook ongeveer 300.000km is,
1sec is. Zou je dus met de snelheid van
het licht naar de maan vliegen dan zou
je daar 1sec over doen en jij bent dan
dus eigenlijk 1sec ouder.
Jouw totale afgelegde weg is dan
eigenlijk 300.000km en 1 sec. Men kan
onmogelijk deze afstand afleggen zonder
dat er minimaal 1sec voorbij gaat.
Nou bewegen wij continue met
verschillende snelheden of staan stil,
de tijd lijkt altijd met een vaste
snelheid voorbij te tikken. Gevoelsmatig
kan een uur wel langer of korter duren,
maar jou klokje trekt zich weinig aan
van jou emotie. Toch kan de tijd
inderdaad sneller of langzamer verlopen.
Dit is al gebleken uit diverse
experimenten. Tijd is gekoppeld aan een
afgelegde weg. Uit een test met 3
atoomklokken is gebleken dat deze uit
elkaar gaan lopen op het moment dat zij
alle 3 een andere weg afleggen. Men
heeft 1 klok op een vaste locatie neer
gezet en vervolgens 2 andere klokken in
tegengestelde richting om de aarde
gevlogen.
Wat bleek nu? De klok welke met de
draairichting van de aarde mee vloog
liep voor op de vaste klok, en de klok
welke tegen de draairichting van de
aarde in werd gevlogen liep achter op de
vaste klok. Stel je nou de aarde eens
voor als een draaiende schijf en beeld
je een vast punt voor ergens op de rand
van de schijf. 1 omwenteling van de
schijf stelt dan 40.000km voor.
Nu duurt 1 omwenteling precies 24 uur en
laat je t.o.v. de vaste klok 2 klokken
tegen elkaars richting invliegen. Deze
klokken bewegen precies met dezelfde
snelheid en doen beide ook 24 uur over
het afleggen van 40.000km. De klok die
met de draairichting van de schijf mee
beweegt legt in 24uur dan 40.000km af
ten opzichte van de vaste klok plus de
40.000km die de vaste klok zelf aflegde.
Wat totaal dus 80.000km is. De andere
klok legde 40.000km af ten opzichte van
de vaste klok en legde 40.000km af
minder doordat hij tegen de
draairichting van aarde in ging. Hij
heeft dan eigenlijk 0km afgelegd en
stond stil terwijl de aarde onder hem
door draaide.
Hieruit blijkt dus dat de tijd minder
snel voorbij gaat op het moment dat je
minder kilometers aflegt. Tijd en
afgelegde weg zijn dus nauw met elkaar
verbonden. Des te minder kilometers je
maakt, des te trager gaat jou tijd. Dit
is in tegenspraak met de
relativiteitstheorie omdat deze juist
bepaalt dat hoe meer kilometers je
aflegt hoe trager de tijd gaat.
Bij de lichtsnelheid, waarbij je heel
veel kilometers per seconde aflegt, zou
jou tijd nagenoeg stil blijven staan.
Daarbij vraag ik mij af wat een foton
voor snelheid zou meten omdat er bij een
foton na 300.000km nog helemaal geen
tijd is verstreken. Wanneer er voor een
foton een seconde voorbij zou zijn
gegaan, dan had deze al oneindig veel
kilometers afgelegd. Wat weer zou
betekenen dat de werkelijke
lichtsnelheid veel hoger zou moeten zijn
als dat wij denken te meten.
2) Lengte contractie.
Een ander punt waar ik het niet mee eens
ben is het fenomeen lengtecontractie.
Wanneer voorwerpen versnelt richting de
lichtsnelheid dan zouden deze korter
worden in hun bewegingsrichting waarbij
zij zelfs compleet zouden verdwijnen bij
het halen van de lichtsnelheid. Ik denk
dat dit maar deels waar is omdat een
voorwerp namelijk niet zomaar in het
niets kan verdwijnen. Misschien kunnen
voorwerpen wel iets korter worden, maar
dat heeft te maken met het steeds minder
afleggen van ruimte. Tussen atomen
onderling bestaat immers ruimte en als
deze minder wordt krimpt het voorwerp
ineen. Hier kom ik later op terug. Eerst
zou ik duidelijk willen maken waarom
bewegende voorwerpen korter lijken op
het moment dat zij bewegen.
Als voorbeeld zou ik een balk van
300.000km lengte willen nemen. We weten
al dat licht er 1sec over doet om
300.000km af te leggen dus kun je
stellen dat als je een balk van
bovengenoemde lengte neemt, je deze balk
over meerdere tijdstippen waarneemt.
Wanneer je als waarnemer bij punt a
staat, dan neem je punt b waar met 1 sec
vertraging. Je kijkt dus eigenlijk in
het verleden. Waarnemen is dus eigenlijk
kijken in de tijd. Geen wetenschapper
die dat niet bevestigt. Als deze balk nu
beweegt met een bepaalde snelheid dan
zul je het uiterste einde van de balk
stil zien staan op het moment dat het
punt aan jouw zijde begint te bewegen,
pas na 1sec zul je punt b zien bewegen
waardoor de balk eigenlijk iets korter
lijkt. Als punt b immers begint te
bewegen is punt a al een stuk verder van
jou verwijderd. Over de gehele lengte
zie je de balk dus korter worden, en des
te verder je kijkt hoe korter hij lijkt.
Stel dat de balk met 100km/sec beweegt,
op het moment dat punt b begint te
bewegen is punt a al 100km van jou
verwijderd. De balk lijkt dus 100km
korter. Dit is dus de reden van het
optische bedrog van korter wordende
lengtes. Vergeet niet dat alles wat wij
zien eigenlijk alleen maar bestaat uit
licht. Onze ogen zijn het scherm waarop
de werkelijkheid geprojecteerd wordt.
De reden waarom een massa bij hoge
snelheid echt een beetje korter wordt
heeft te maken met het feit dat atomen
dichter op elkaar komen te zitten op het
moment dat je denkt te versnellen. Ik
zeg denkt te versnellen omdat ik vermoed
dat we eigenlijk vertragen. Dat zou ook
mogen blijken uit het voorbeeld met de
atoomklokken, waarbij de tijd langzamer
gaat op het moment dat je vertraagt. Ik
ga er nog steeds van uit dat de tijd het
traagst gaat bij de lichtsnelheid, iets
wat de wetenschap ook onderkend. Ruimte
en tijd werken als een soort harmonica.
Waneer je versnelt trek je de harmonica
uit elkaar waardoor de ruimte toeneemt.
Op het moment dat je vertraagt druk je
de harmonica in elkaar waardoor de
ruimte afneemt. Bij maximale vertraging
is de harmonica op zijn kleinst en neemt
zodoende ook de minste ruimte in.
Ditzelfde principe geldt voor massa´s
die de lichtsnelheid naderen. Bij de
lichtsnelheid is de tussenliggende
afstand tussen de atomen in de
bewegingsrichting minimaal.
Een massa wordt hierdoor dus korter. Bij
het versnellen neemt deze onderlinge
afstand weer toe en wordt de massa weer
langer in zijn bewegingsrichting. Om
deze reden gaat de impuls/massa van een
voorwerp ook naar oneindig bij de
lichtsnelheid. Bij de lichtsnelheid
staat de tijd stil en bestaat er ook
geen ruimte meer tussen de atomen. Bij
lichtsnelheid is de afgelegde weg 0 en
bestaat er voor een atoom ook geen
ruimte meer om te bewegen. Hierdoor
wordt een massa dus kleiner bij
versnellen richting de lichtsnelheid.
Vergeet niet dat als ik het over de
lichtsnelheid heb ik daar mee bedoel het
absolute nulpunt van beweging, en dat
elke beweging t.o.v. onszelf weliswaar
een snelheid lijkt maar eigenlijk
afremmen is. Het is ook niet vreemd dat
een massa oneindig groot zou worden bij
het bereiken van de lichtsnelheid, alle
materie van de massa moet bestaan in een
ruimte die er niet meer is.
3) Snelheid van tijd.
Wat is snelheid? Op het moment dat men
het over snelheid heeft denkt men al
gauw aan een afgelegde weg per
tijdseenheid en dit is niet geheel
onbegrijpelijk. Als ik het dus heb over
de snelheid van tijd zal men in eerste
instantie zeggen dat dat niet kan omdat
tijd zelf geen snelheid heeft. Dan vraag
ik mij toch ook af wat tijdsdilatie dan
is, het betekend immers dat de tijd
langzamer of trager gaat. Dit berust dan
op een groot misverstand omdat tijd
rechtstreeks is terug te voeren naar een
afgelegde weg. Waardoor de sec niets
anders is als een vast aantal km per
periode. Eerst zal ik proberen duidelijk
te maken waar de oorsprong van onze klok
vandaan komt omdat niemand zich meer
schijnt te realiseren dat de seconde
rechtstreeks is af te leiden van de
omwenteling van de aarde om de zon. Het
is geen toeval dat een jaar 12 maanden
heeft en onze klok is gebaseerd op
etmalen van 24 uur.
Als u zich bedenkt dat een jaar
12maanden lang dagen heeft en 12 maanden
lang nachten kun u zich makkelijk
voorstellen waarom een volle dag 24 uur
heeft.
Elke dag bestaat immers uit 12 uren dag
en 12 uren nacht. Men heeft ooit de
cyclus van de aarde afgeleid van de 12
sterrenbeelden van de dierenriem. Per
sterrenbeeld ging er 1 maand cyclus
voorbij waarna men na 12 maanden op 12
periodes van de maan kwam. Als je het
zonnestelsel als een klok beschouwt dan
kun je de maan als de kleine wijzer
nemen. De rotaties van de aarde kun je
dan zien als de seconde wijzer. Waarbij
de jaren de grote wijzere voorstelt.
Vroeger telde een jaar 360 dagen welke
onderverdeeld werden in 12 maanden. Een
maand bestaat zodoende uit ongeveer 30
dagen ( dit is later bijgesteld) waarbij
er 30 dagen en 30 nachten zijn. Zodoende
kom je uit op 60 periodes per maand. Op
de universele klok gelden de jaren dus
voor de dagen, de maanden voor de uren
en de dagen voor de minuten.
Het is natuurlijk duidelijk dat een jaar
een bepaalde afgelegde weg is. In 1 jaar
tijd draaien wij 1 maal om de zon en
hierbij leggen wij ook een aantal
kilometers af. Op dit moment gaan wij
ervan uit dat wij t.o.v. de zon elke
seconde 30km afleggen. Een seconde staat
dus eigenlijk voor 30km afgelegde weg
door de ruimte. De snelheid van de zon
zelf rond het middelpunt van de melkweg
laten we nog buiten beschouwing. Hoe
snel beweegt de melkweg, ooit over
nagedacht? Wanneer men dus over een
snelheid spreekt van m/sec betekend dat
eigenlijk meters/30km. Waarbij 30km
staat voor 1sec.
Dit is een beetje lastig, maar stel dat
de aarde sneller zou gaan draaien om de
zon dan leggen we deze 30km af in een
kortere periode en worden de secondes
uiteindelijk korter. Omdat een seconde
staat voor 30km zouden wij door te
versnellen of vertragen langer of korter
over deze seconde kunnen doen. Dit zou
je kunnen zien als de snelheid van tijd.
De tijd is eigenlijk niets anders als
een trein welke met snelheid door de
ruimte gaat waarbij wij om de 30km een
impuls achterlaten. Alle beweging op
aarde kun je zien als beweging binnen in
de trein waardoor een afgelegde weg in
de trein een afgelegde weg per 30km is.
Nooit zullen wij merken of de trein
versnelt of vertraagt omdat alles met de
trein mee versnelt of vertraagt. De tijd
werkt als een grote machine waarmee wij
allemaal in contact staan. Gaat de trein
langzamer, dan gaan wij ook langzamer en
lopen onze klokjes ook langzamer..
4) Hoe ontstaat tijdsverschil?
Deze vraag is misschien al een beetje
duidelijk geworden d.m.v. mijn voorbeeld
met de atoomklokken, maar ik zal hier
een iets duidelijker voorbeeld van
proberen te geven. Het is belangrijk om
te begrijpen dat tijd letterlijk een
afgelegde weg heeft en dat wij ons dus
met een bepaalde snelheid door de tijd
begeven. Wat wij meten als lichtsnelheid
is eigenlijk de snelheid waarmee wij ons
door de tijd begeven. Licht blijft
slechts achter als spoor van energie en
kan dit in alle richtingen tegelijk doen
omdat tijd maar 2 richtingen kent. De
richting van tijd gaat altijd van heden
richting toekomst. Verleden is afgelegde
ruimte waardoor licht achterblijft in de
ruimte om ons heen. Dit is weliswaar een
dimensie die ons nu nog vreemd is, maar
uiteindelijk zal het allemaal veel
eenvoudiger worden om te begrijpen als
men zich bewust wordt van de dimensie
tijd als ruimtelijke dimensie.
Al eerder stelde ik de tijd voor als een
trein welke met snelheid door de ruimte
beweegt. De afgelegde weg van de trein
is afgelegde ruimte/tijd. Wij zitten met
z´n allen in deze trein en bewegen met
dezelfde snelheid als de trein op het
moment dat wij stilzitten. We kunnen
iets versnellen of vertragen t.o.v. de
trein door naar voren of achteren te
bewegen.
Dit is ook het gene wat men deed met de
proef met 3 atoomklokken, waarbij het
tijdsverloop sneller of langzamer ging
afhankelijk van de richting waarin de
klok werd bewogen.
Net als dat alle planeten zich in een
kromme baan om de zon gaan zo leggen wij
door de tijd ook een zekere kromme baan
af. Het spoor waar de trein over rijdt
gaat dus in een bepaalde bocht. De tijd
is krom zou je kunnen zeggen. Nu kunnen
we sneller of langzamer als de trein
bewegen waardoor we per sec (nu nog
gesteld op 30km) meer of minder
kilometers kunnen afleggen. Wanneer wij
sneller als de trein gaan dan zal ons
klokje voor gaan lopen, wanneer wij
vertragen dan zal ons klokje langzamer
gaan lopen t.o.v. de personen welke
stilzitten in de trein. Wanneer wij nu
met lichtsnelheid bewegen dan staan wij
eigenlijk stil t.o.v. de trein en zouden
wij er oneindig lang over doen om 30km
af te leggen. In werkelijkheid is de
snelheid van de trein veel hoger
waardoor wij per seconde 300.000km af
leggen. Licht is slechts het spoor waar
de trein over rijdt. Bij het
overschrijden van de lichtsnelheid gaan
wij eigenlijk achteruit over het spoor
en belanden we in het licht van het
verleden.
Wat er nu gebeurt als een persoon
vertraagt richting de lichtsnelheid. Hij
versnelt t.o.v. de trein (dus ons),
waardoor hij afwijkt van de kromming van
het spoor doordat hij minder naar buiten
wordt geslingerd. Doordat de trein
(tijd) immers met hoge snelheid in een
kromming beweegt wordt iedereen immers
een beetje naar buiten geslingerd.
Ik vermoed dat deze kracht verband houdt
met de zwaartekracht, maar ben hier nog
niet helemaal uit.
Maar door te bewegen verplaatst een
persoon zich dus naar de tragere
binnenzijde van de trein. Ten opzichte
van de personen die zich niet bewegen
legt hij dus eigenlijk een iets kortere
weg af. Dat kun je zien als dat je in
een enorme centrifuge zit waarbij alles
wat zich meer naar binnen bevindt per
omwenteling een kortere weg aflegt.
Op het moment dat de persoon weer stopt
met bewegen wordt hij weer maximaal naar
buiten geslingerd, maar heeft dan
tijdens zijn beweging iets minder
afstand afgelegd. Hierdoor loopt zijn
klokje dan dus een beetje achter. Een
seconde stond immers voor 30km en hij
had tijdelijk een kleinere
omloopsnelheid.
5) Waarnemen bij stilstaand licht.
Dit is denk ik wel het moeilijkste
gedeelte van mijn theorie en heb het
daarom ook maar tot het eind bewaard.
Hoe kun je nou iets zien als het licht
stil blijft staan? Dit is natuurlijk
geen onbegrijpelijke vraag. Dit zal
menig persoon zijn verstand te boven
gaan, en vreemd is dat niet. Was de
aarde vroeger plat en waren de sterren
gaten in een gordijn. Ons idee van tijd
en ruimte zal voorgoed veranderen, hoe
lang dat nog gaat duren weet ik niet,
maar dat het gaat veranderen weet ik
zeer zeker.
Eigenlijk is het heel simpel, maar we
kunnen ons hier nog geen goede
voorstelling van maken. Dat is gewoon
een kwestie van tijd. Ik zal toch
proberen uit te leggen hoe de dimensie
tijd eigenlijk in elkaar zit. Men heeft
het tegenwoordig over 13 opgerolde
dimensies in de string theorie. Dat is
nog niets vergeleken met het aantal
werkelijke dimensies. Er zijn namelijk
net zoveel dimensies als dat er massa´s
zijn. En eigenlijk kom je dan al gauw
uit op oneindig veel dimensies. Ik zal
trachten uit te leggen hoe je deze
dimensies dan kunt zien. Een dimensie
moet immers wel zichtbaar zijn, en
opgerold is een dimensie geen dimensie.
Om te beginnen moet je je bewust zijn
van de tijd en het absolute moment nu.
Ieder mens bevindt zich op een andere
plaats waardoor ook het absolute moment
nu voor ieder persoon op een andere plek
is. Er zijn dus eigenlijk meerdere
momenten nu en deze gaan razendsnel
voorbij. Ik zou willen zeggen dat deze
momenten voorbij gaan met de
lichtsnelheid, omdat je bij de
lichtsnelheid stil blijft staan in het
nu.
Ten opzichte van jezelf bevindt alles
zich eigenlijk in de toekomst. Om ergens
naar toe te gaan moet je immers tijd
afleggen waardoor elke afstand een
stukje tijd vertegenwoordigt.
Neem nogmaals de supermarkt als
voorbeeld, als het voor jouw 5 minuten
fietsen is naar de supermarkt bevindt de
supermarkt zich t.o.v. jouw 5 minuten in
de toekomst. Het woord toekomst zegt het
eigenlijk al, het komt naar je toe. Nu
kun je natuurlijk heel lang wachten
totdat de supermarkt naar je toe is
gekomen, maar helaas. Net als dat jij
per seconde 300.000km aflegt, zo legt de
supermarkt ook elke seconde 300.000km af
en zal zodoende nooit naar jou toe
komen. Op een tijdslijn bevindt alles
zich om jou heen in de toekomst en
beweegt ook alles tegelijk met jou mee.
Alles wat stilstaat t.o.v. jou heeft
dezelfde snelheid als jou en komt dus
niet naar jou toe. Wat is nu het geval
met licht. Licht is niets anders als
verbruikte energie en laat een spoor
achter welke stil blijft staan in de
tijd. Stel je eigen tijd, het moment nu,
op tijdtip 0 minuten. Als jij er
minimaal 5 minuten over kunt doen om bij
de supermarkt te komen dan kun je de
supermarkt op tijdstip 5 minuten
plaatsen. Dat is de snelste tijd die jij
kunt maken om bij de supermarkt te
komen.
Onze werkelijke snelheid door de tijd is
de lichtsnelheid. Stel dat wij een
lichtsnelheid zouden meten van 100m/sec,
dan zou dat onze snelheid door de tijd
zijn. Als een lamp bij de supermarkt nu
aan zou gaan en deze is b.v. 1 kilometer
bij jou vandaan, dan reis jij met
100m/sec richting de toekomst en zal het
licht dan na 10sec waarnemen. Het licht
zelf heeft geen enkele meter afgelegd,
maar is gewoon stil blijven staan in de
tijd.
De reden dat dit moeilijk te begrijpen
is dat dit zou betekenen dat wij in alle
richtingen tegelijk zouden moeten
bewegen. Dat strookt niet met onze
huidige gedachte wat dimensies betreft.
Als men in gaat zien dat de dimensie
tijd wel in alle richtingen tegelijk
gaat, dan zal dit veel beter te
begrijpen zijn. Door dit te begrijpen
zal men in gaan zien dat verleden en
toekomst een cirkel vormen waarbij licht
eerst richting verleden gaat, waarna
verleden weer toekomst wordt. Een
lichtstraal welke b.v. richting de maan
gaat is een lichtstraal richting het
verleden, en kan men ook niet zien.
Echter wanneer deze lichtstraal is
aangekomen en zichzelf weerspiegeld zal
deze weerspiegeling zich t.o.v. ons in
de toekomst bevinden en naar ons
toekomen doordat wij verder gaan in de
tijd.
Een eenvoudige manier om aan te tonen
dat licht daadwerkelijk stilstaat zijn
de volgende 2 voorbeelden. Ik zal eerst
volgens de bestaande tijdsdilatie
formule aantonen wat er gebeurt met
massa’s die t.o.v. elkaar met
verschillende snelheden door het heelal
bewegen.
6) Wiskundig bewijs en proef.
Stel ik vertrek vanaf de aarde met een
ruimteschip naar een sterrenstelsel op
10 lichtjaar afstand van de aarde. Ik
doe dit met een gemiddelde snelheid van
80% van de lichtsnelheid.
Gezien vanuit de aarde doe ik daar
t = s / v
t = 10 / 0,8 = 12,5 jaar over
Volgens de formule van tijd dilatatie
t' = t * Sqrt(1-v2)
is de verstreken tijd op het schip
echter
12,5 * Sqrt(1-(0,8*0,8) = 12,5 * 0,6 =
7,5 jaar
Omdat de persoon in het ruimteschip in
zijn tijd er maar 7,5 jaar over gedaan
heeft maar wel met een gemiddelde
snelheid van 0,8c gereisd heeft, heeft
deze een afstand afgelegd van 7,5 * 0,8c
= 6 lichtjaren. De ruimte is voor de
persoon in het ruimteschip gedurende de
reis gekrompen geweest t.o.v. de aarde.
Wat nu als het geen ruimteschip is, maar
een foton.
Gezien vanaf de aarde is de reistijd 10
jaar (de afstand is 10 lichtjaar).
Echter gezien vanaf de foton is de
reistijd
10 * Sqrt(1-(1*1)) = 0 jaar
De afstand voor de foton is
0 jaar * 1c = 0 lichtjaar.
Gezien vanaf de foton staat licht stil.
Met enige kennis van wiskunde valt
hiermee aan te tonen dat elke snelheid
die de lichtsnelheid nadert steeds
minder kilometers aflegt, men gaat
eigenlijk steeds trager.
Om mijn theorie ook te bewijzen kunnen
we het volgende doen.
Bovengenoemde waarnemers kunnen nooit
bepalen wie er nu werkelijk het snelst
beweegt. Beide kunnen immers zeggen dat
zij stilstaan en dat de ander beweegt.
Iedere waarnemer staat immers stil
t.o.v. zichzelf. Om het verschil in hun
afgelegde weg te bepalen kunnen ze het
volgende afspreken. Ze besluiten om
iedere keer als er voor hen een seconde
voorbij gaat dat ze 1 meter draad
afrollen op een enorme katrol. Beide
stellen dus voor dat ze 1m/sec bewegen
t.o.v. de draadlengte.
Een bewegende klok loopt langzamer
terwijl de lichtsnelheid altijd gelijk
blijft, iedere seconde 1 meter draad
meten geeft hetzelfde effect.
1 persoon blijft achter op aarde terwijl
een tweede een ruimtereis gaat maken.
Ik wil nu weten wie de meeste km af gaat
leggen omdat je niet zomaar kunt stellen
dat 1 van de 2 stilstaat en de ander
beweegt. Alles beweegt, ook de aarde.
Ze spreken het volgende af..
Iedere seconde rollen ze 1 meter touw
af. Nu vertrekt er 1 met 80% van de
lichtsnelheid naar een planeet 10
lichtjaar hier vandaan. Als hij
terugkomt meten beide waarnemers de
lengte van het touw op. Wie heeft het
langste stuk touw in handen?
Inderdaad, de persoon die achterbleef op
aarde. Deze persoon heeft dus meer
kilometers afgelegd dan de persoon die
een reis maakte. Ze hadden namelijk in
plaats van dat touw ook de lichtsnelheid
als constante kunnen gebruiken. Stel
maar even eenvoudig voor dat 1 meter
touw staat voor 300.000km. Dat maakt
geen verschil, minder tijd is minder
kilometers.
Bij het bereiken van de lichtsnelheid
staan we stil in ruimte en tijd. De
lichtsnelheid is het absolute nulpunt
van tijd en ruimte. Wij verplaatsen ons
door de tijd waarbij licht achterblijft
als spoor van verbruikte tijd en ruimte.
De grens van het universum breidt zich
uit met de lichtsnelheid, wij zijn de
grens. Morgen bestaat nog niet. Daar is
ook nog geen ruimte.
|
|
Cugel
17-4-2006 21:29:00 |
"De relativiteitstheorie klopt maar
wordt verkeerd geïnterpreteerd..
Grote veranderingen van onze
werkelijkheid zijn nooit zonder
schok of stoot de wereld in
gebracht. Ideeën en theorieën over
het heelal en de werkelijkheid komen
dan ook langzaam tot stand vooral
omdat men zich liever vastbijt in
datgene wat we nu denken te weten.
Het geeft ons ook een zeker gevoel
van veiligheid. Het is fijn als je
weet waar je je bevindt. Toch is het
goed om soms een stapje verder te
gaan en het avontuur te kiezen van
de onbekende weg. De kijk op de
werkelijkheid kan zo behoorlijk
veranderen. Was Columbus gewoon een
avonturier of een gek? Hij bewees
eigenlijk dat de wereld rond was,
waarom durfde hij zijn tocht aan en
overwon zijn vrees om van de aarde
te vallen? Ik denk dat je soms moet
gokken en zien wat er gebeurt. En
zelfs dan…. toen bewezen werd dat de
aarde rond was duurde het nog enige
tijd voordat de gewone man in de
straat dit kon bevatten. Nu begrijpt
een klein kind dat de aarde rond is
en mede door de kennis hiervan is
men in staat om de aarde ook als
ronde planeet te kunnen aanschouwen.
We kunnen nu heel simpel verklaren
waarom schepen achter de horizon
verdwijnen doordat zij gewoon over
een gigantische bol bewegen. Het
idee van een platte aarde is nu
gewoon niet meer te bevatten. Men
zou zich nu zelfs afvragen hoe men
dit ooit kon hebben gedacht. We zien
immers genoeg aanwijzingen waaruit
blijkt dat de aarde wel rond moet
zijn. Denk maar aan de schaduw die
de zon en de maan ondervinden bij
een verduistering. Deze schaduwen
geven ons al heel snel het bewijs
dat de aarde rond moet zijn. Waarom
zagen de mensen dit lang geleden
niet, wat dachten zij toen. Een
platte aarde leunend op een enorme
reuzenschildpad is eigenlijk te gek
voor woorden. Hoe konden
intelligente wezens dit ooit
bedenken? De tijd heeft ons veel
geleerd en nog steeds leren wij bij.
Wat ik u wil vertellen is in zekere
zin schokkend, de werkelijkheid is
zo anders als dat wij altijd dachten
dat het ook enige tijd zal duren
voordat wij zover zijn om dit
allemaal te bevatten. Ik vraag u
daarom ook om gewoon de informatie
te lezen die u hier ziet en daar
gewoon eens rustig over na te
denken. Wetenschap en filosofie
zullen duidelijk samenvallen en uw
begrip over ruimte en tijd zullen
totaal anders worden. Misschien
vindt u dat ik wat hoog van de toren
blaas, maar het enige wat ik wil
bereiken met mijn stelling is dat er
serieus nagedacht gaat worden over
ons bewustzijn en onze link met de
werkelijkheid. De basis van mijn
stelling is dat het heden wat alleen
maar uit ons bewustzijn bestaat de
werkelijke grens van het universum
is. De ruimte en tijd van morgen
bestaan nog niet. Onze reis door de
tijd brengt ons er naar toe.
Een aantal stellingen en
constateringen uit de
relativiteitstheorie en de huidige
wetenschap..
In de Quest van Maart 2005 stond ook
nog een stukje over de uitleg van de
Relativiteitstheorie van Einstein:
quote:
Zelfs natuurkundigen zijn het er
over eens: de relativiteitstheorie
echt begrijpen, dat kan geen mens.
"Je moet je dan een vierdimensionale
ruimte kunnen voorstellen, en dat is
onmogelijk.", schreef de beroemde,
aan een rolstoel gekluisterde
natuurkundige Stephen Hawking
daarover. Het beste is om de theorie
gewoon maar over je heen te laten
komen. De hoogtepunten van de
relativiteitstheorie op een rij.
1. Beweging is relatief
Iemand die op het station staat,
ziet de passagiers in de trein
langskomen. Terwijl de passagiers
toch echt zeggen dat ze stil zitten.
Conclusie: beweging is relatief en
hangt af van de beweging van de
waarnemer.
2. De lichtsnelheid is constant
Of je nu heel hard op een lamp
afrent, of er in een ruimteschip
razendsnel vanaf vliegt; de snelheid
waarmee licht op je afkomt, is voor
iedereen altijd gelijk. Het beweegt
met 300.000 kilometer per seconde,
ofwel ruim een miljard kilometer per
uur. Dat druist in tegen het gezonde
verstand. Maar Einsteins meesterzet
was om te zeggen: blijkbaar zit ons
gezonde verstand ernaast. Als de
lichtsnelheid voor iedere waarnemer
constant is, dan is dat gewoon zo.
3. Wat beweegt, wordt kleiner
Maar hoe kan de lichtsnelheid nu
voor iedereen hetzelfde zijn? Het
antwoord daarop is simpel. Om
snelheid te meten (het aantal meters
per seconde), heb je onder meer een
meetlat nodig. Blijkbaar is de
meetlat van de persoon die naar de
lamp toe vliegt korter dan de lat
van degene die er vandaan gaat.
Maar, en nu wordt het pas écht
vreemd: de personen zelf merken daar
niets van. Gezien vanuit hun
standpunt, blijven hun meetlatten
even lang.
4. Wat beweegt, vertraagt
En dat is niet het enige. Om de
lichtsnelheid te meten, heb je
behalve een meetlat ook een klok
nodig. En omdat de lichtsnelheid
voor iedere waarnemer hetzelfde is,
loopt de klok van iemand die een
lamp nadert langzamer dan de klok
van degene van degene die van de
lamp wegvliegt. Maar ook daarvan
merken beiden niets.
5. Niets gaat zo snel als licht
Niemand kan sneller reizen dan het
licht. Net zo snel als het licht
dan? Dat kan ook al niet. De
lichtsnelheid is de bovengrens. Het
is best te begrijpen waarom. Een
ruimteschip dat versnelt, krimpt en
vertraagt. Dij de lichtsnelheid zou
de tijd stilstaan en het ruimteschip
verdwijnen.
6. Wat beweegt, wordt zwaarder
Aangezien niets zo snel gaat als het
licht, moet je dus steeds harder
tegen een ruimteschip aanduwen om
hem steeds harder te laten gaan.
Einstein besefte wat dat betekent.
Eigenlijk wordt het ruimteschip
steeds zwaarder. Zijn massa neemt
toe. In een bewegend vliegtuig zijn
we dus, naar de begrippen van iemand
op de grond, iets zwaarder dan
wanneer we stilstaan.
7. E=mc²
Ofwel: energie is massa maal de
lichtsnelheid in het kwadraat.
Ofwel: een piepklein beetje massa
bevat ontstellend veel energie. Dat
verklaart waarom atoombommen zo
verwoestend zijn: die zetten een
heel klein beetje massa om in pure
energie. Ooit is berekend dat er bij
de omzetting van een volwassen mens
in pure energie, een dreun zou
klinken van zo’n acht zware
waterstofbommen.
8. Tijd = ruimte
Niets gaat sneller dan licht. En dat
betekent weer dat er een diepzinnig
verband is tussen tijd en ruimte.
Hoe hard je ook gaat, het kost
altijd ‘tijd’ en ‘ruimte’ af te
leggen. Einstein zag tijd als de
vierde dimensie. We kunnen naar
links, naar rechts, naar onder en
naar boven, en intussen reizen we
vooruit in de tijd.
9. Zwaartekracht is net zoiets als
versnelling
Een lift die in beweging komt en
stijgt, duwt je omlaag tegen de
vloer. Op planeten gebeurt in feite
hetzelfde. Ook op aarde worden we
tegen de grond geduwd. Een planeet
gedraagt zich dus net als een lift
die steeds sneller omhaag gaat.
Einstein zei daarom dat de
zwaartekracht ‘equivalent’ is met
versnelling. Hij noemde dat ‘de
gelukkigste gedachte in mijn leven’.
10. Een zwaar object kromt de
ruimtetijd
Een planeet moet je je voorstellen
als een bowlingbal die een deuk
maakt in een strakgetrokken laken.
Zou je er een pingpongballetje naast
leggen, dan rolt dat naar de deuk
toe, alsof de bowlingbal hem
aantrekt. Met zware objecten als
planeten en sterren zit het net zo.
Die duwen ‘kuilen’ in de ruimtetijd.
Daardoor ‘rollen’ er andere objecten
naar toe, en lijkt het alsof de
planeten geheimzinnige
aantrekkingskracht hebben. Die
noemen we de zwaartekracht. Maar het
is geen gewone kracht. De
aantrekkingskracht is een gevolg van
de krom geduwde ruimtetijd.
De kennis van deze zaken is
voldoende om te begrijpen dat de
relativiteitstheorie niet klopt.
U mag zich er natuurlijk verder in
verdiepen, maar de bovengenoemde
aannames kloppen en daarom is het
niet noodzakelijk om verder elk
detail uit te gaan pluizen.
Bovengenoemde feiten kunnen door
meerdere theorieën worden uitgelegd
maar helaas houdt de wetenschap zich
vooralsnog erg vast aan maar 1
optie, de theorie van Einstein. En
ook ik geloof dat veel van de RT (
relativiteitstheorie) klopt, ik denk
alleen dat we hem eens zouden moeten
omdraaien. Veel onbegrijpelijke
begrippen uit de RT zouden dan veel
logischer worden en voor veel meer
mensen te begrijpen. Ik heb als
uitgangspunt dat iedereen de RT kan
begrijpen met betrekking tot de
lichtsnelheid. Daar hebben we maar
weinig kennis van wiskunde voor
nodig, ons voorstellingvermogen zal
wel getoetst worden. Maar als we
eenmaal tot het juiste inzicht komen
is datgene waar ik het over wil
hebben te begrijpen door een klein
kind. Net als dat hetzelfde kleine
kind begrijpt waarom de aarde rond
is.
Lichtsnelheid….. 0.
Hoewel de natuurkunde er nog altijd
vanuit gaat dat de lichtsnelheid de
hoogst haalbare snelheid is vermoed
ik juist het tegenovergestelde. Mijn
inziens is de snelheid van het licht
het absolute nulpunt van tijd en
beweging. Voordat ik met de
wetenschappelijke bewijzen kom, dat
komt later, zou u eerst eens moeten
proberen om uw kijk op ruimte en
tijd een beetje anders te
interpreteren. Onderstaande kan u
wellicht op weg helpen waardoor u op
een nieuwe manier kunt leren kijken.
1) Tijd en ruimte.
Een van de eerste dingen die u moet
zien te begrijpen is het fenomeen
tijd en ruimte. Men ziet deze 2 over
het algemeen als 2 afzonderlijke
dimensies waarbij ruimte 3
dimensionaal is en tijd slechts 1
dimensionaal. In zekere mate klopt
dit wel omdat een ruimte volgens
onze manier van kijken slechts 3
dimensies kent. De 4e dimensies (
tijd) is dan niets anders als het
tijdstip waarop iets bestaat en
staat zodoende los van de 3 andere
dimensies.
Duidelijk mag zijn dat er in een
volledig leeg heelal niets of
niemand is om tijd te kunnen
constateren. Maar betekent dit dan
ook de afwezigheid van tijd? Neem
bijvoorbeeld een bal. Een bal is een
lege ruimte met een omhulsel.
Wanneer de bal ouder wordt, en dat
doet hij op het moment dat hij
bestaat, dan wordt de ruimte in de
bal vanzelfsprekend ook ouder.
Vergeet nu dat deze lege ruimte
wordt omringd door de bal en focus u
alleen op de ruimte in de bal. Zou
tijd dan alleen maar hebben bestaan
op het moment dat de ruimte was
omhuld met een bal? Op het moment
dat er ruimte is, dan is er ook tijd
waarin deze ruimte zich bevindt.
Tijd en ruimte bestaan dus eigenlijk
gelijktijdig. Als er immers een
massa is, dan neemt deze ook ruimte
in. Zonder ruimte zou de bal geen
plaats hebben gehad om in te
bestaan. Ruimte en tijd kunnen dus
nooit afzonderlijk van elkaar
bestaan. Zonder ruimte is er geen
tijd. Zonder tijd is er ook geen
ruimte. Ze vormen samen een eenheid.
Tijd is gelijk aan ruimte.
Iedereen weet dat ruimte niets
anders is als een afstand. Wij meten
over het algemeen afstanden van a
naar b waarbij Ab de afstand is
tussen 2 punten. Deze punten zijn
dan b.v. verschillende massa´s. Een
afstand vanaf jou huis tot aan de
supermarkt is in wezen niets anders
als de afstand tussen jou voordeur
en de voordeur van de supermarkt.
Op het moment dat jij vanuit jouw
huis naar de supermarkt gaat heb je
een bepaalde weg af te leggen.
Zonder dat men hierbij stil staat
bestaat een afgelegde weg
uiteindelijk alleen maar uit
afgelegde tijd. Zonder tijd kun je
immers geen weg afleggen. Jij
verplaatst je weliswaar over een
weg, maar de ruimte tussen jou en de
supermarkt is eigenlijk niets anders
dan tijd die je aflegt. Of je dit
ook daadwerkelijk gaat doen is niet
van belang. Op het moment dat er een
afstand bestaat, bestaat er ook
tijd. De afstand vanaf de aarde tot
aan de maan bestaat uiteindelijk
alleen maar uit tijd welke je nodig
hebt om bij de maan te kunnen komen.
Hieruit zou je kunnen concluderen
dat tijd en ruimte eigenlijk
dezelfde zijn. Elke afstand
vertegenwoordigt een stukje tijd
waarbij jij zelf bepaald hoeveel
tijd jij nodig hebt om deze afstand
af te leggen. Op dit moment geldt
dat de lichtsnelheid de hoogst
haalbare snelheid is, waaruit je
kunt afleiden dat de minimale tijd
tussen ons en de maan, welke ook
ongeveer 300.000km is, 1sec is. Zou
je dus met de snelheid van het licht
naar de maan vliegen dan zou je daar
1sec over doen en jij bent dan dus
eigenlijk 1sec ouder.
Jouw totale afgelegde weg is dan
eigenlijk 300.000km en 1 sec. Men
kan onmogelijk deze afstand afleggen
zonder dat er minimaal 1sec voorbij
gaat.
Nou bewegen wij continue met
verschillende snelheden of staan
stil, de tijd lijkt altijd met een
vaste snelheid voorbij te tikken.
Gevoelsmatig kan een uur wel langer
of korter duren, maar jou klokje
trekt zich weinig aan van jou
emotie. Toch kan de tijd inderdaad
sneller of langzamer verlopen. Dit
is al gebleken uit diverse
experimenten. Tijd is gekoppeld aan
een afgelegde weg. Uit een test met
3 atoomklokken is gebleken dat deze
uit elkaar gaan lopen op het moment
dat zij alle 3 een andere weg
afleggen. Men heeft 1 klok op een
vaste locatie neer gezet en
vervolgens 2 andere klokken in
tegengestelde richting om de aarde
gevlogen.
Wat bleek nu? De klok welke met de
draairichting van de aarde mee vloog
liep voor op de vaste klok, en de
klok welke tegen de draairichting
van de aarde in werd gevlogen liep
achter op de vaste klok. Stel je nou
de aarde eens voor als een draaiende
schijf en beeld je een vast punt
voor ergens op de rand van de
schijf. 1 omwenteling van de schijf
stelt dan 40.000km voor.
Nu duurt 1 omwenteling precies 24
uur en laat je t.o.v. de vaste klok
2 klokken tegen elkaars richting
invliegen. Deze klokken bewegen
precies met dezelfde snelheid en
doen beide ook 24 uur over het
afleggen van 40.000km. De klok die
met de draairichting van de schijf
mee beweegt legt in 24uur dan
40.000km af ten opzichte van de
vaste klok plus de 40.000km die de
vaste klok zelf aflegde. Wat totaal
dus 80.000km is. De andere klok
legde 40.000km af ten opzichte van
de vaste klok en legde 40.000km af
minder doordat hij tegen de
draairichting van aarde in ging. Hij
heeft dan eigenlijk 0km afgelegd en
stond stil terwijl de aarde onder
hem door draaide.
Hieruit blijkt dus dat de tijd
minder snel voorbij gaat op het
moment dat je minder kilometers
aflegt. Tijd en afgelegde weg zijn
dus nauw met elkaar verbonden. Des
te minder kilometers je maakt, des
te trager gaat jou tijd. Dit is in
tegenspraak met de
relativiteitstheorie omdat deze
juist bepaalt dat hoe meer
kilometers je aflegt hoe trager de
tijd gaat.
Bij de lichtsnelheid, waarbij je
heel veel kilometers per seconde
aflegt, zou jou tijd nagenoeg stil
blijven staan. Daarbij vraag ik mij
af wat een foton voor snelheid zou
meten omdat er bij een foton na
300.000km nog helemaal geen tijd is
verstreken. Wanneer er voor een
foton een seconde voorbij zou zijn
gegaan, dan had deze al oneindig
veel kilometers afgelegd. Wat weer
zou betekenen dat de werkelijke
lichtsnelheid veel hoger zou moeten
zijn als dat wij denken te meten.
2) Lengte contractie.
Een ander punt waar ik het niet mee
eens ben is het fenomeen
lengtecontractie. Wanneer voorwerpen
versnelt richting de lichtsnelheid
dan zouden deze korter worden in hun
bewegingsrichting waarbij zij zelfs
compleet zouden verdwijnen bij het
halen van de lichtsnelheid. Ik denk
dat dit maar deels waar is omdat een
voorwerp namelijk niet zomaar in het
niets kan verdwijnen. Misschien
kunnen voorwerpen wel iets korter
worden, maar dat heeft te maken met
het steeds minder afleggen van
ruimte. Tussen atomen onderling
bestaat immers ruimte en als deze
minder wordt krimpt het voorwerp
ineen. Hier kom ik later op terug.
Eerst zou ik duidelijk willen maken
waarom bewegende voorwerpen korter
lijken op het moment dat zij
bewegen.
Als voorbeeld zou ik een balk van
300.000km lengte willen nemen. We
weten al dat licht er 1sec over doet
om 300.000km af te leggen dus kun je
stellen dat als je een balk van
bovengenoemde lengte neemt, je deze
balk over meerdere tijdstippen
waarneemt.
Wanneer je als waarnemer bij punt a
staat, dan neem je punt b waar met 1
sec vertraging. Je kijkt dus
eigenlijk in het verleden. Waarnemen
is dus eigenlijk kijken in de tijd.
Geen wetenschapper die dat niet
bevestigt. Als deze balk nu beweegt
met een bepaalde snelheid dan zul je
het uiterste einde van de balk stil
zien staan op het moment dat het
punt aan jouw zijde begint te
bewegen, pas na 1sec zul je punt b
zien bewegen waardoor de balk
eigenlijk iets korter lijkt. Als
punt b immers begint te bewegen is
punt a al een stuk verder van jou
verwijderd. Over de gehele lengte
zie je de balk dus korter worden, en
des te verder je kijkt hoe korter
hij lijkt. Stel dat de balk met
100km/sec beweegt, op het moment dat
punt b begint te bewegen is punt a
al 100km van jou verwijderd. De balk
lijkt dus 100km korter. Dit is dus
de reden van het optische bedrog van
korter wordende lengtes. Vergeet
niet dat alles wat wij zien
eigenlijk alleen maar bestaat uit
licht. Onze ogen zijn het scherm
waarop de werkelijkheid
geprojecteerd wordt.
De reden waarom een massa bij hoge
snelheid echt een beetje korter
wordt heeft te maken met het feit
dat atomen dichter op elkaar komen
te zitten op het moment dat je denkt
te versnellen. Ik zeg denkt te
versnellen omdat ik vermoed dat we
eigenlijk vertragen. Dat zou ook
mogen blijken uit het voorbeeld met
de atoomklokken, waarbij de tijd
langzamer gaat op het moment dat je
vertraagt. Ik ga er nog steeds van
uit dat de tijd het traagst gaat bij
de lichtsnelheid, iets wat de
wetenschap ook onderkend. Ruimte en
tijd werken als een soort harmonica.
Waneer je versnelt trek je de
harmonica uit elkaar waardoor de
ruimte toeneemt. Op het moment dat
je vertraagt druk je de harmonica in
elkaar waardoor de ruimte afneemt.
Bij maximale vertraging is de
harmonica op zijn kleinst en neemt
zodoende ook de minste ruimte in.
Ditzelfde principe geldt voor
massa´s die de lichtsnelheid
naderen. Bij de lichtsnelheid is de
tussenliggende afstand tussen de
atomen in de bewegingsrichting
minimaal.
Een massa wordt hierdoor dus korter.
Bij het versnellen neemt deze
onderlinge afstand weer toe en wordt
de massa weer langer in zijn
bewegingsrichting. Om deze reden
gaat de impuls/massa van een
voorwerp ook naar oneindig bij de
lichtsnelheid. Bij de lichtsnelheid
staat de tijd stil en bestaat er ook
geen ruimte meer tussen de atomen.
Bij lichtsnelheid is de afgelegde
weg 0 en bestaat er voor een atoom
ook geen ruimte meer om te bewegen.
Hierdoor wordt een massa dus kleiner
bij versnellen richting de
lichtsnelheid. Vergeet niet dat als
ik het over de lichtsnelheid heb ik
daar mee bedoel het absolute nulpunt
van beweging, en dat elke beweging
t.o.v. onszelf weliswaar een
snelheid lijkt maar eigenlijk
afremmen is. Het is ook niet vreemd
dat een massa oneindig groot zou
worden bij het bereiken van de
lichtsnelheid, alle materie van de
massa moet bestaan in een ruimte die
er niet meer is.
3) Snelheid van tijd.
Wat is snelheid? Op het moment dat
men het over snelheid heeft denkt
men al gauw aan een afgelegde weg
per tijdseenheid en dit is niet
geheel onbegrijpelijk. Als ik het
dus heb over de snelheid van tijd
zal men in eerste instantie zeggen
dat dat niet kan omdat tijd zelf
geen snelheid heeft. Dan vraag ik
mij toch ook af wat tijdsdilatie dan
is, het betekend immers dat de tijd
langzamer of trager gaat. Dit berust
dan op een groot misverstand omdat
tijd rechtstreeks is terug te voeren
naar een afgelegde weg. Waardoor de
sec niets anders is als een vast
aantal km per periode. Eerst zal ik
proberen duidelijk te maken waar de
oorsprong van onze klok vandaan komt
omdat niemand zich meer schijnt te
realiseren dat de seconde
rechtstreeks is af te leiden van de
omwenteling van de aarde om de zon.
Het is geen toeval dat een jaar 12
maanden heeft en onze klok is
gebaseerd op etmalen van 24 uur.
Als u zich bedenkt dat een jaar
12maanden lang dagen heeft en 12
maanden lang nachten kun u zich
makkelijk voorstellen waarom een
volle dag 24 uur heeft.
Elke dag bestaat immers uit 12 uren
dag en 12 uren nacht. Men heeft ooit
de cyclus van de aarde afgeleid van
de 12 sterrenbeelden van de
dierenriem. Per sterrenbeeld ging er
1 maand cyclus voorbij waarna men na
12 maanden op 12 periodes van de
maan kwam. Als je het zonnestelsel
als een klok beschouwt dan kun je de
maan als de kleine wijzer nemen. De
rotaties van de aarde kun je dan
zien als de seconde wijzer. Waarbij
de jaren de grote wijzere voorstelt.
Vroeger telde een jaar 360 dagen
welke onderverdeeld werden in 12
maanden. Een maand bestaat zodoende
uit ongeveer 30 dagen ( dit is later
bijgesteld) waarbij er 30 dagen en
30 nachten zijn. Zodoende kom je uit
op 60 periodes per maand. Op de
universele klok gelden de jaren dus
voor de dagen, de maanden voor de
uren en de dagen voor de minuten.
Het is natuurlijk duidelijk dat een
jaar een bepaalde afgelegde weg is.
In 1 jaar tijd draaien wij 1 maal om
de zon en hierbij leggen wij ook een
aantal kilometers af. Op dit moment
gaan wij ervan uit dat wij t.o.v. de
zon elke seconde 30km afleggen. Een
seconde staat dus eigenlijk voor
30km afgelegde weg door de ruimte.
De snelheid van de zon zelf rond het
middelpunt van de melkweg laten we
nog buiten beschouwing. Hoe snel
beweegt de melkweg, ooit over
nagedacht? Wanneer men dus over een
snelheid spreekt van m/sec betekend
dat eigenlijk meters/30km. Waarbij
30km staat voor 1sec.
Dit is een beetje lastig, maar stel
dat de aarde sneller zou gaan
draaien om de zon dan leggen we deze
30km af in een kortere periode en
worden de secondes uiteindelijk
korter. Omdat een seconde staat voor
30km zouden wij door te versnellen
of vertragen langer of korter over
deze seconde kunnen doen. Dit zou je
kunnen zien als de snelheid van
tijd. De tijd is eigenlijk niets
anders als een trein welke met
snelheid door de ruimte gaat waarbij
wij om de 30km een impuls
achterlaten. Alle beweging op aarde
kun je zien als beweging binnen in
de trein waardoor een afgelegde weg
in de trein een afgelegde weg per
30km is. Nooit zullen wij merken of
de trein versnelt of vertraagt omdat
alles met de trein mee versnelt of
vertraagt. De tijd werkt als een
grote machine waarmee wij allemaal
in contact staan. Gaat de trein
langzamer, dan gaan wij ook
langzamer en lopen onze klokjes ook
langzamer..
4) Hoe ontstaat tijdsverschil?
Deze vraag is misschien al een
beetje duidelijk geworden d.m.v.
mijn voorbeeld met de atoomklokken,
maar ik zal hier een iets
duidelijker voorbeeld van proberen
te geven. Het is belangrijk om te
begrijpen dat tijd letterlijk een
afgelegde weg heeft en dat wij ons
dus met een bepaalde snelheid door
de tijd begeven. Wat wij meten als
lichtsnelheid is eigenlijk de
snelheid waarmee wij ons door de
tijd begeven. Licht blijft slechts
achter als spoor van energie en kan
dit in alle richtingen tegelijk doen
omdat tijd maar 2 richtingen kent.
De richting van tijd gaat altijd van
heden richting toekomst. Verleden is
afgelegde ruimte waardoor licht
achterblijft in de ruimte om ons
heen. Dit is weliswaar een dimensie
die ons nu nog vreemd is, maar
uiteindelijk zal het allemaal veel
eenvoudiger worden om te begrijpen
als men zich bewust wordt van de
dimensie tijd als ruimtelijke
dimensie.
Al eerder stelde ik de tijd voor als
een trein welke met snelheid door de
ruimte beweegt. De afgelegde weg van
de trein is afgelegde ruimte/tijd.
Wij zitten met z´n allen in deze
trein en bewegen met dezelfde
snelheid als de trein op het moment
dat wij stilzitten. We kunnen iets
versnellen of vertragen t.o.v. de
trein door naar voren of achteren te
bewegen.
Dit is ook het gene wat men deed met
de proef met 3 atoomklokken, waarbij
het tijdsverloop sneller of
langzamer ging afhankelijk van de
richting waarin de klok werd
bewogen.
Net als dat alle planeten zich in
een kromme baan om de zon gaan zo
leggen wij door de tijd ook een
zekere kromme baan af. Het spoor
waar de trein over rijdt gaat dus in
een bepaalde bocht. De tijd is krom
zou je kunnen zeggen. Nu kunnen we
sneller of langzamer als de trein
bewegen waardoor we per sec (nu nog
gesteld op 30km) meer of minder
kilometers kunnen afleggen. Wanneer
wij sneller als de trein gaan dan
zal ons klokje voor gaan lopen,
wanneer wij vertragen dan zal ons
klokje langzamer gaan lopen t.o.v.
de personen welke stilzitten in de
trein. Wanneer wij nu met
lichtsnelheid bewegen dan staan wij
eigenlijk stil t.o.v. de trein en
zouden wij er oneindig lang over
doen om 30km af te leggen. In
werkelijkheid is de snelheid van de
trein veel hoger waardoor wij per
seconde 300.000km af leggen. Licht
is slechts het spoor waar de trein
over rijdt. Bij het overschrijden
van de lichtsnelheid gaan wij
eigenlijk achteruit over het spoor
en belanden we in het licht van het
verleden.
Wat er nu gebeurt als een persoon
vertraagt richting de lichtsnelheid.
Hij versnelt t.o.v. de trein (dus
ons), waardoor hij afwijkt van de
kromming van het spoor doordat hij
minder naar buiten wordt geslingerd.
Doordat de trein (tijd) immers met
hoge snelheid in een kromming
beweegt wordt iedereen immers een
beetje naar buiten geslingerd.
Ik vermoed dat deze kracht verband
houdt met de zwaartekracht, maar ben
hier nog niet helemaal uit.
Maar door te bewegen verplaatst een
persoon zich dus naar de tragere
binnenzijde van de trein. Ten
opzichte van de personen die zich
niet bewegen legt hij dus eigenlijk
een iets kortere weg af. Dat kun je
zien als dat je in een enorme
centrifuge zit waarbij alles wat
zich meer naar binnen bevindt per
omwenteling een kortere weg aflegt.
Op het moment dat de persoon weer
stopt met bewegen wordt hij weer
maximaal naar buiten geslingerd,
maar heeft dan tijdens zijn beweging
iets minder afstand afgelegd.
Hierdoor loopt zijn klokje dan dus
een beetje achter. Een seconde stond
immers voor 30km en hij had
tijdelijk een kleinere
omloopsnelheid.
5) Waarnemen bij stilstaand licht.
Dit is denk ik wel het moeilijkste
gedeelte van mijn theorie en heb het
daarom ook maar tot het eind
bewaard. Hoe kun je nou iets zien
als het licht stil blijft staan? Dit
is natuurlijk geen onbegrijpelijke
vraag. Dit zal menig persoon zijn
verstand te boven gaan, en vreemd is
dat niet. Was de aarde vroeger plat
en waren de sterren gaten in een
gordijn. Ons idee van tijd en ruimte
zal voorgoed veranderen, hoe lang
dat nog gaat duren weet ik niet,
maar dat het gaat veranderen weet ik
zeer zeker.
Eigenlijk is het heel simpel, maar
we kunnen ons hier nog geen goede
voorstelling van maken. Dat is
gewoon een kwestie van tijd. Ik zal
toch proberen uit te leggen hoe de
dimensie tijd eigenlijk in elkaar
zit. Men heeft het tegenwoordig over
13 opgerolde dimensies in de string
theorie. Dat is nog niets vergeleken
met het aantal werkelijke dimensies.
Er zijn namelijk net zoveel
dimensies als dat er massa´s zijn.
En eigenlijk kom je dan al gauw uit
op oneindig veel dimensies. Ik zal
trachten uit te leggen hoe je deze
dimensies dan kunt zien. Een
dimensie moet immers wel zichtbaar
zijn, en opgerold is een dimensie
geen dimensie.
Om te beginnen moet je je bewust
zijn van de tijd en het absolute
moment nu. Ieder mens bevindt zich
op een andere plaats waardoor ook
het absolute moment nu voor ieder
persoon op een andere plek is. Er
zijn dus eigenlijk meerdere momenten
nu en deze gaan razendsnel voorbij.
Ik zou willen zeggen dat deze
momenten voorbij gaan met de
lichtsnelheid, omdat je bij de
lichtsnelheid stil blijft staan in
het nu.
Ten opzichte van jezelf bevindt
alles zich eigenlijk in de toekomst.
Om ergens naar toe te gaan moet je
immers tijd afleggen waardoor elke
afstand een stukje tijd
vertegenwoordigt.
Neem nogmaals de supermarkt als
voorbeeld, als het voor jouw 5
minuten fietsen is naar de
supermarkt bevindt de supermarkt
zich t.o.v. jouw 5 minuten in de
toekomst. Het woord toekomst zegt
het eigenlijk al, het komt naar je
toe. Nu kun je natuurlijk heel lang
wachten totdat de supermarkt naar je
toe is gekomen, maar helaas. Net als
dat jij per seconde 300.000km
aflegt, zo legt de supermarkt ook
elke seconde 300.000km af en zal
zodoende nooit naar jou toe komen.
Op een tijdslijn bevindt alles zich
om jou heen in de toekomst en
beweegt ook alles tegelijk met jou
mee. Alles wat stilstaat t.o.v. jou
heeft dezelfde snelheid als jou en
komt dus niet naar jou toe. Wat is
nu het geval met licht. Licht is
niets anders als verbruikte energie
en laat een spoor achter welke stil
blijft staan in de tijd. Stel je
eigen tijd, het moment nu, op
tijdtip 0 minuten. Als jij er
minimaal 5 minuten over kunt doen om
bij de supermarkt te komen dan kun
je de supermarkt op tijdstip 5
minuten plaatsen. Dat is de snelste
tijd die jij kunt maken om bij de
supermarkt te komen.
Onze werkelijke snelheid door de
tijd is de lichtsnelheid. Stel dat
wij een lichtsnelheid zouden meten
van 100m/sec, dan zou dat onze
snelheid door de tijd zijn. Als een
lamp bij de supermarkt nu aan zou
gaan en deze is b.v. 1 kilometer bij
jou vandaan, dan reis jij met
100m/sec richting de toekomst en zal
het licht dan na 10sec waarnemen.
Het licht zelf heeft geen enkele
meter afgelegd, maar is gewoon stil
blijven staan in de tijd.
De reden dat dit moeilijk te
begrijpen is dat dit zou betekenen
dat wij in alle richtingen tegelijk
zouden moeten bewegen. Dat strookt
niet met onze huidige gedachte wat
dimensies betreft. Als men in gaat
zien dat de dimensie tijd wel in
alle richtingen tegelijk gaat, dan
zal dit veel beter te begrijpen
zijn. Door dit te begrijpen zal men
in gaan zien dat verleden en
toekomst een cirkel vormen waarbij
licht eerst richting verleden gaat,
waarna verleden weer toekomst wordt.
Een lichtstraal welke b.v. richting
de maan gaat is een lichtstraal
richting het verleden, en kan men
ook niet zien. Echter wanneer deze
lichtstraal is aangekomen en
zichzelf weerspiegeld zal deze
weerspiegeling zich t.o.v. ons in de
toekomst bevinden en naar ons
toekomen doordat wij verder gaan in
de tijd.
Een eenvoudige manier om aan te
tonen dat licht daadwerkelijk
stilstaat zijn de volgende 2
voorbeelden. Ik zal eerst volgens de
bestaande tijdsdilatie formule
aantonen wat er gebeurt met massa’s
die t.o.v. elkaar met verschillende
snelheden door het heelal bewegen.
6) Wiskundig bewijs en proef.
Stel ik vertrek vanaf de aarde met
een ruimteschip naar een
sterrenstelsel op 10 lichtjaar
afstand van de aarde. Ik doe dit met
een gemiddelde snelheid van 80% van
de lichtsnelheid.
Gezien vanuit de aarde doe ik daar
t = s / v
t = 10 / 0,8 = 12,5 jaar over
Volgens de formule van tijd
dilatatie
t' = t * Sqrt(1-v2)
is de verstreken tijd op het schip
echter
12,5 * Sqrt(1-(0,8*0,8) = 12,5 * 0,6
= 7,5 jaar
Omdat de persoon in het ruimteschip
in zijn tijd er maar 7,5 jaar over
gedaan heeft maar wel met een
gemiddelde snelheid van 0,8c gereisd
heeft, heeft deze een afstand
afgelegd van 7,5 * 0,8c = 6
lichtjaren. De ruimte is voor de
persoon in het ruimteschip gedurende
de reis gekrompen geweest t.o.v. de
aarde.
Wat nu als het geen ruimteschip is,
maar een foton.
Gezien vanaf de aarde is de reistijd
10 jaar (de afstand is 10
lichtjaar).
Echter gezien vanaf de foton is de
reistijd
10 * Sqrt(1-(1*1)) = 0 jaar
De afstand voor de foton is
0 jaar * 1c = 0 lichtjaar.
Gezien vanaf de foton staat licht
stil.
Met enige kennis van wiskunde valt
hiermee aan te tonen dat elke
snelheid die de lichtsnelheid nadert
steeds minder kilometers aflegt, men
gaat eigenlijk steeds trager.
Om mijn theorie ook te bewijzen
kunnen we het volgende doen.
Bovengenoemde waarnemers kunnen
nooit bepalen wie er nu werkelijk
het snelst beweegt. Beide kunnen
immers zeggen dat zij stilstaan en
dat de ander beweegt. Iedere
waarnemer staat immers stil t.o.v.
zichzelf. Om het verschil in hun
afgelegde weg te bepalen kunnen ze
het volgende afspreken. Ze besluiten
om iedere keer als er voor hen een
seconde voorbij gaat dat ze 1 meter
draad afrollen op een enorme katrol.
Beide stellen dus voor dat ze 1m/sec
bewegen t.o.v. de draadlengte.
Een bewegende klok loopt langzamer
terwijl de lichtsnelheid altijd
gelijk blijft, iedere seconde 1
meter draad meten geeft hetzelfde
effect.
1 persoon blijft achter op aarde
terwijl een tweede een ruimtereis
gaat maken.
Ik wil nu weten wie de meeste km af
gaat leggen omdat je niet zomaar
kunt stellen dat 1 van de 2
stilstaat en de ander beweegt. Alles
beweegt, ook de aarde.
Ze spreken het volgende af..
Iedere seconde rollen ze 1 meter
touw af. Nu vertrekt er 1 met 80%
van de lichtsnelheid naar een
planeet 10 lichtjaar hier vandaan.
Als hij terugkomt meten beide
waarnemers de lengte van het touw
op. Wie heeft het langste stuk touw
in handen?
Inderdaad, de persoon die
achterbleef op aarde. Deze persoon
heeft dus meer kilometers afgelegd
dan de persoon die een reis maakte.
Ze hadden namelijk in plaats van dat
touw ook de lichtsnelheid als
constante kunnen gebruiken. Stel
maar even eenvoudig voor dat 1 meter
touw staat voor 300.000km. Dat maakt
geen verschil, minder tijd is minder
kilometers.
Bij het bereiken van de
lichtsnelheid staan we stil in
ruimte en tijd. De lichtsnelheid is
het absolute nulpunt van tijd en
ruimte. Wij verplaatsen ons door de
tijd waarbij licht achterblijft als
spoor van verbruikte tijd en ruimte.
De grens van het universum breidt
zich uit met de lichtsnelheid, wij
zijn de grens. Morgen bestaat nog
niet. Daar is ook nog geen ruimte.
"
Allemaal erg leuk, maar het draait
allemaal om de hoek van afwijking in het
denkproces.
Dat de aarde altijd nagenoeg rond is
geweest kan niemand bewijzen.
Alles ballanceert rond het nulpunt, het
punt waar alles is.
|
|
rudeonline
17-4-2006 21:38:00 |
Verklaar je nader.. |
|
Drazic
18-4-2006 17:13:00 |
"Verklaar je nader.."
Nee je snapt het nog niet hoe het werkt
bij Cugel.. Cugel verklaard zich nl.
nooit nader, hij roept altijd alleen
maar wat, zonder enige vorm van uitleg
of onderbouwing.. |
|
Cugel
18-4-2006 21:30:00 |
"Verklaar je nader.."
Alle basispatronen worden van nature
overgenomen door de hersenen en vormen
zo een beeld van de omgeving. Maw als je
eerste levensbehoefte zich in één vlak
bevindt (afhankelijk wat je bent) zet
dit patroon zich in alles voort.
Dit komt omdat de hersenen rekenruimte
nodig heeft en bespaart zichzelf
overbodige structuren die (nog) niet van
toepassing zijn.
Wat heb je aan de kennis dat een 2D
driehoek met 3 hoeken van 60 gr hetzelde
is als een 3D driehoek met 3 hoeken van
90 gr als je in de middeleeuwen leeft.
De gedachte achter de afwijking is dat
je je altijd buiten de standdaard
oplossing op moet stellen om via een
andere weg tot dezelfde slotsom te
komen. Deze gedachte wordt dan ook
werkelijk door anderen als afwijking
gezien en wordt je buiten- of
uitgestoten en moet je andere
gelijkdenkenden zien te vinden.
Ook wel bekend als progressie of
processie. De hoek die altijd de juiste
oplossing geeft is ca 51 gr en de
constructie die die hoek weergeeft moet
je aanpassen om tot dezelfde slotsom te
komen. Die constructie wordt ook wel de
metafysische database genoemd of het
best weergegeven door de GP te Giza.
Met dit model kun je alles uitrekeken
wat er al bestaat en wat er komen gaat.
Alleen de afwijkende gedachte van de
invulling der betekenis der stenen en
symbolen geeft die ene juiste oplossing.
Als je in staat bent alle 9 dimensies
los te kunnen zien maar wel als geheel
te kunnen begrijpen kun je een goede
start maken.
Daar je altijd deel uit maakt van de
mogelijkheden uit de database zou je
jezelf er letterlijk uit moeten halen om
één code te maken die altijd klopt in
alle dimensies..en dat gaat niet omdat
er dan niemand is om het te aanschouwen.
Wellicht zal een goed boek over de
stamcel je verlichting geven.
In de stamcel is T=0 net als in onze
standaard wis- en natuurkunde. In het
creëren van een nieuwe dimensie gaat de
tijd ook lopen welke elk punt(steen) een
andere betekenis krijgt. Elke oplossing
is uniek en wanneer je elke punt opnieuw
een nieuwe dimensie geeft onstaat er een
schijnbare chaos omdat alle latere
dimensies zich in de eerste blijven
begeven. Als je de fractalisatie herkent
die op dat moment nodig is dit
functioneel, wat niet weerlegd dat
andere niet herkende fractalisaties niet
functioneel zouden zijn. Het volledige
proces volstrekt zich na voltooing
reciprook om het totaal gebruikte
materiaal op 1 te houden.
Omgekeerd is alles zo ook begonnen
|
|
Drazic
19-4-2006 10:42:00 |
"Cugel verklaard zich nader..."
Zo zie je maar weer, uitzonderingen
bevestigen de regel :-p Tnx Cugel |
|
Cugel
19-4-2006 22:35:00 |
"Zo zie je maar weer, uitzonderingen
bevestigen de regel :-p Tnx Cugel"
Tnx2u2.
En hoezo morgen bestaat niet, op dit
moment is het al ergens morgen dat zou
dus een paradox in de tijd moeten zijn.
Als wij de fysieke grens zijn, waar ik
wel achter sta, dan breidt het heelal
zich naar het middelpunt uit. Alle
latere dimensies zitten in de vorige.
Het spoor van licht zie je inderdaad als
je de sluitertijd op oneindig zet van je
camera.
De jeugd van tegenwoordig
|
|
rudeonline
30-5-2006 22:13:00 |
www.rudolfhendriques.forumup.nl
Voor iedereen die intresse heeft..
|
|
rudeonline
6-6-2006 1:16:00 |
"Tnx2u2.
En hoezo morgen bestaat niet, op dit
moment is het al ergens morgen dat
zou dus een paradox in de tijd
moeten zijn.
Als wij de fysieke grens zijn, waar
ik wel achter sta, dan breidt het
heelal zich naar het middelpunt uit.
Alle latere dimensies zitten in de
vorige.
Het spoor van licht zie je inderdaad
als je de sluitertijd op oneindig
zet van je camera.
De jeugd van tegenwoordig
"
Op dit moment is het nog nergens morgen
net zo goed als dat het nu nergens 10
januari 2010 is. De toekomst bestaat nog
niet. |
|
Cugel
6-6-2006 22:30:00 |
"Op dit moment is het nog nergens
morgen net zo goed als dat het nu
nergens 10 januari 2010 is. De
toekomst bestaat nog niet."
De toekomst bestaat wel alleen wordt
deze bepaald door alle parameters. Daar
ook jij een parameter bent bepaal je
zelf wat je toekomt. En idd is het nu
nergens 10 januari 2010 |
|
rudeonline
8-6-2006 14:04:00 |
"De toekomst bestaat wel alleen
wordt deze bepaald door alle
parameters. Daar ook jij een
parameter bent bepaal je zelf wat je
toekomt. En idd is het nu nergens 10
januari 2010"
De toekomst bestaat wel, alleen is het
nu nergens 10 januari 2010?
Dan bestaat de toekomst dus nog niet..
|
|
Cugel
8-6-2006 23:07:00 |
"De toekomst bestaat wel, alleen is
het nu nergens 10 januari 2010?
Dan bestaat de toekomst dus nog
niet.."
De toekomst is een andere vorm van
nu..het is dus altijd nu, wat eveneens
het verleden en de toekomst samen is.
Het zijn de zichtbare parameters uit het
verleden en de onzichtbare parameters
uit de toemkomst die in hun kruispunt
het nu vormen. Dus als je het verleden
als zowel het nu begrijpt weet je wat je
toekomt. a Log b |
|
rudeonline
15-7-2006 14:59:00 |
En zo dan..
Since the mind and life institute is
trying to explain more about science and
spiritualism I would like to tell you my
idea about consciousness. The thing is
that men is looking in the wrong
direction with A. Einsteins relativity
theory. Not light itself is moving, we
are moving true time and space with the
speed of light. Light is only an energy
leaving his source as a trail.
At the speed of light there is no time.
So nothing can move.
From the point of view from a person
each distance is a possibility into the
future. While we travel true time we are
able to see all options what the light
is showing us.
To prove my idea I wrote the following
text...
I can prove that the relativity theory
of Einstein is wrong. The good point is
that I can make this understandable for
many people in a very simple way. The
issue I try to prove with my idea is
that our own consciousness is the
absolute border of the universe. To
prove this I have to prove that the
speed of light is not 300.000km/sec but
actually zero. I know that this sounds
completely strange but read on and I
will try to explain you in a short way
how I think to prove this.
The first thing to know is that there is
no time at light speed. How can
something move if there is no time to
move? Looking to the twin paradox a
traveler true space leaves the earth and
comes back and is only 1 second older.
The person on Earth is than for example
2 years older.
If the traveler true space only became
one second older, he never could make a
longer trip than 300.000km. He had only
1sec to travel! The person on earth was
traveling in the same "period" at least
30km/sec, because that is the speed of
earth around the sun. Well, 2 years x
30km/sec is a lot more than 300.000km.
Off course I have to explain you a lot
more than this, I just hope that I can
open some eyes of the scientists working
with this theory. If the theory is
relative, you also should put it upside
down. If light moves with 300.000km/sec
one way, we are moving with the same
speed the other way. Notice that we
measure seconds, not the photon. You
need time to move.
I would like to tell you a lot more
about the way it is possible that we can
"see" things if light is not moving,
also this is not to difficult to
understand. From the point of view from
the individual all other positions are
possibility's in the future. The person
travels true time ( to tomorrow and so
on..) while light leaves a trail into
the past from the point of view where it
comes from.
I hope that you understand my idea what
I would like to show to the people. The
idea of a multiversum is so a lot closer
to mankind ( everyone is the middle of
his own universe) ans consciousness is
the border of the universe. We can chose
our own future. |
|
Cugel
15-7-2006 23:19:00 |
"En zo dan..
Since the mind and life institute is
trying to explain more about science
and spiritualism I would like to
tell you my idea about consciousness.
The thing is that men is looking in
the wrong direction with A.
Einsteins relativity theory. Not
light itself is moving, we are
moving true time and space with the
speed of light. Light is only an
energy leaving his source as a trail.
At the speed of light there is no
time. So nothing can move.
From the point of view from a person
each distance is a possibility into
the future. While we travel true
time we are able to see all options
what the light is showing us.
To prove my idea I wrote the
following text...
I can prove that the relativity
theory of Einstein is wrong. The
good point is that I can make this
understandable for many people in a
very simple way. The issue I try to
prove with my idea is that our own
consciousness is the absolute border
of the universe. To prove this I
have to prove that the speed of
light is not 300.000km/sec but
actually zero. I know that this
sounds completely strange but read
on and I will try to explain you in
a short way how I think to prove
this.
The first thing to know is that
there is no time at light speed. How
can something move if there is no
time to move? Looking to the twin
paradox a traveler true space leaves
the earth and comes back and is only
1 second older. The person on Earth
is than for example 2 years older.
If the traveler true space only
became one second older, he never
could make a longer trip than
300.000km. He had only 1sec to
travel! The person on earth was
traveling in the same "period" at
least 30km/sec, because that is the
speed of earth around the sun. Well,
2 years x 30km/sec is a lot more
than 300.000km.
Off course I have to explain you a
lot more than this, I just hope that
I can open some eyes of the
scientists working with this theory.
If the theory is relative, you also
should put it upside down. If light
moves with 300.000km/sec one way, we
are moving with the same speed the
other way. Notice that we measure
seconds, not the photon. You need
time to move.
I would like to tell you a lot more
about the way it is possible that we
can "see" things if light is not
moving, also this is not to
difficult to understand. From the
point of view from the individual
all other positions are
possibility's in the future. The
person travels true time ( to
tomorrow and so on..) while light
leaves a trail into the past from
the point of view where it comes
from.
I hope that you understand my idea
what I would like to show to the
people. The idea of a multiversum is
so a lot closer to mankind (
everyone is the middle of his own
universe) ans consciousness is the
border of the universe. We can chose
our own future."
Zonder deze theorie blijft het ook een
multiversum waar de ene stelling
geballanceerd wordt door een
tegenstelling.
De som van de totale energie blijft
altijd gelijk.
En de toekomst kies je sowieso altijd
zelf..we hebben allemaal een ego
(echo)o_ |
|
|
|
|
|