R
ECENSIES
Facebook Twitter LinkedIn Translate Favorites More Services

Met vaste regelmaat schrijft de heer M. Geerdink een recensie in Facility Management Magazine en in Managementboek.nl. De nadruk ligt vaak op de relatie van mens, werk en werkomgeving (organisatie verandering, flexibilisering, kantoorinnovatie en tijd- & plaatsonafhankelijk werken.


13 Smit, E. De broncode (Het ware verhaal van een wereldschokkende uitvinding)


door drs Michaël G.M. Geerdink

Titel:De broncode (Het ware verhaal van een wereldschokkende uitvinding of Waarom Roel Pieper net niet de nieuwe Bill Gates werd)
Auteur:Eric Smit
Uitgeverij:Podium, Amsterdam, 2004. (zesde druk 2005)



Introductie
U heeft het mij niet gevraagd, maar mocht u willen vragen naar mijn favoriet CD van dit moment, dan zeg ik u zonder meer: Die schone Mullerin van Schubert. In 2003 kwam een prachtige uitvoering beschikbaar van de bariton Maarten Koningsberger, begeleid op gitaar door Olga Franssen en Esther Steenbergen. Ik kan u deze uitvoering van harte aanbevelen. Zo op het eerste gezicht is het een tamelijk onschuldig verhaal. Een argeloze jonge wandelaar raakt betoverd door de schoonheid van de natuur en het ruisen van een beek. De beek voert hem naar een watermolen, waar – u raadt het misschien al – niet alleen een molenaar maar ook een prachtige molenaarsdochter woont. De knaap is op slag verliefd, en om in de buurt van zijn geliefde te komen, treedt hij daar in dienst. Maar wat hij ook doet en hoe hij ook smeekt: zijn liefde wordt niet beantwoord. En dan slaat het verhaal om, dan begint het drama, dan slaat het noodlot toe Wat eerst zo prachtig begon met het lieflijk kabbelen van de beek, wordt een suizen en bruisen in de kop van de knaap. Het kraken van de molen, het geraas van de raderen, het gerammel van de kettingen, hij kan er niet meer tegen, het wordt hem teveel. Als dan ook nog een jager komt die het hart van “Die schone Mullerin” steelt, breekt zijn hart. Aan het eind van de liederencyclus drijft het lijk van de jonge knaap in de beek. “Ai Bächlein, liebes Bächlein, war es also gemeind?”


De tweede laag
Het lot keert zich tegen de mens, en eenmaal in de verkeerde richting is er geen houden meer aan. Het is of de beker tot de bodem leeg moet. Eenmaal op het verkeerde pad geraakt, is er geen weg meer terug. Aanwezigen die het werk van Schubert beter kennen, weten dat veel van zijn liederen op piano worden begeleid. En dan nu bij deze cyclus op gitaar! Toen Schubert “Die schone Mullerin” componeerde, lag hij in het ziekenhuis, lijdend aan syfilis. Een piano in de ziekenzaal, dat ging niet, dus brachten zijn drinkebroers en hoerenlopers hem een gitaar. Ook voor Schubert gold de harde waarheid: wat zo prachtig begon als drinkgelag en damesbezoek, eindigt uiteindelijk als een drama, met een gitaar in de hand op een ziekenzaal in Wenen. Schubert stierf op 30 jarige leeftijd.


De broncode
Toen ik De Broncode van Eric Smit las, moest ik ook denken aan die arme Schubert en zijn schone Mullerin. De Broncode is een journalistiek verhaal bestaande uit meerdere lagen. De eerste laag is het verhaal van Jan Sloot, van beroep televisiereparateur. Een man met een passie voor computers en een gebrek aan zakelijk inzicht. Al knutselend ontdekt hij een manier waarop data uitermate efficiënt op een chip opgeslagen kan worden: het Sloot Digital Coding System. Maar niet alleen opslaan: ook het kopiëren en uitlezen gaat razendsnel met het SDCS. Door gebruik van slimme algoritmes kan hij op 100 kb 16 videofilms opslaan, in seconden switchen van de ene naar het andere film, en ook een film in seconden doorspoelen en terugspoelen.
Het is hem volkomen duidelijk dat hij goud in handen heeft. Dat goud heeft hij ook wel nodig, want vanwege een eerder faillissement zijn z’n schulden niet te overzien. Hij weet dat hij moet cashen, maar ook begrijpt hij dat als zijn vinding in verkeerde handen valt, hij buiten spel staat, met lege handen. En dan begint het suizen en bruisen in zijn kop. Hij moet zijn uitvinding beschermen tegen handige rovers en het grootkapitaal. Tegelijkertijd moet hij ze interesseren om in zijn vinding te investeren. Een duivels dilemma dat hem voert langs halve en hele krabbelaars, patjepeeërs en nouveau riches, tot hij uiteindelijk terecht komt bij medewerkers van het NatLab van Philips. Het is de wetenschappers volkomen duidelijk: Jan Sloot toont dan wel een werkend apparaat, maar het is een theoretische onmogelijkheid om informatie zo te comprimeren, en ze voelen wel aan: “Ergens worden we belazerd”. Zij adviseren, ook na nader onderzoek, aan de leiding van Philips om niet het project te stappen.

Zo komen we aan bij de tweede laag van het verhaal. Die laag begint als Roel Pieper zich voor de vinding van Jan Sloot gaat interesseren. Pieper is dan inmiddels toegetreden tot de Raad van Bestuur van Philips en informeel aangewezen als de opvolger van Cor Boonstra. Hij realiseert zich dat als het echt waar is wat Sloot claimt, we het niet over miljoenen maar over miljardenhandel hebben. En dan begint ook het suizen en bruisen in Pieper’s kop. Buiten Philips om, maar gebruik makend van zijn zakelijke en politieke invloed, zet Pieper een consortium op. Want als Pieper binnenkomt, gaan er deuren open. Zo regelt Pieper dat Jan Sloot en zijn vertrouwelingen het apparaat demonstreren aan techneuten en financiers in Nederland, en later ook in de USA. Ook daar verbaasde, zeg maar gerust verbijsterende reacties. Dit is een absolute onmogelijkheid, maar niemand kan Sloot op bedrog betrappen.

Pieper bluft dat hij, als wiskundige en techneut, de werking van het apparaat begrijpt. Met die toezegging opent ABN*AMRO een omvangrijke kredietlijn en stappen investeerders in het businessplan. Ondertussen werkt Jan Sloot door aan het verbeteren van het apparaat en aan het beschrijven van de algoritmes van het prototype.

En dan krijgt het verhaal een dramatische wending. Hoewel Sloot zijn enig werkende apparaat met zijn leven beschermt, weet Pieper gedaan te krijgen het eenmalig, voor een enkele dag, voor een demonstratie te mogen meenemen naar de Verenigde Staten. Sloot vindt het een akelig idee om zijn geliefde kind uit handen te geven, en brengt onzichtbaar merktekens aan. Bij terugkomst is het hem duidelijk: Pieper, of wie dan ook, heeft geprobeerd het apparaat open te krijgen en zijn geheimen te stelen. Er moet iets in de kop van Sloot ontploft zijn. Enkele dagen later sterft Sloot, volkomen onverwacht, aan een hartinfarct. Bij het doorzoeken van zijn huis worden geen documenten gevonden, en bij het openen van de kluis vindt men wat losse papieren en ook een boek van Ludlum. Sloot neemt het geheim hoe zijn apparaat werkt mee in zijn graf. Ook is het iedereen duidelijk dat het achtergebleven kastje niet het apparaat is dat zo succesvol is gedemonstreerd. Waar is de broncode, waar is het Sloot Digital Coding System?


Is De Broncode een managementboek?
Nee, het is geen boek met concepten, modellen en cases. Het is een journalistiek verhaal dat leest als een trein. Ik heb het in één ruk uitgelezen. En het is meer dan een verhaal. Je leest het als een spannende detective, en steeds realiseer je je: dit is niet bedacht of geconstrueerd, dit is echt gebeurd! Eric Smit heeft het, met veel research, voor ons uitgezocht en buitengewoon vakkundig opgeschreven.
Wat maakt dan het boek zo boeiend? Natuurlijk de onwaarschijnlijkheid van het verhaal. De suspense: Op het moment suprème ligt er een lijk in de tuin, is de kluis leeg, is een captain of industry van zijn reputatie beroofd en zijn de financiers miljoenen lichter gemaakt. En de uitvinding die de wereld zou veranderen, is verdwenen.
Maar eigenlijk gaat het boek over de psychologie. Over geld, geld en nog eens geld. Niet over tonnen of miljoenen, maar over miljarden. En dus gaat het boek over hebzucht, over graaien en knijpen. Over leegzuigen. En over het ontkennen van het vakmanschap. Het hele miljardengebouw van Pieper steunt op de beweringen van één enkele televisiereparateur. En hoe die zich voelt wordt door alle betrokkenen als een te verwaarlozen factor gezien. Is Sloot de bedrieger die met zijn dood uiteindelijk zijn hand overspeelde, of is hij het slachtoffer van gewetenloze geldbeluste boeven in Armani kostuums?


En zo komen we weer terug bij Schubert en zijn Schone Mullerin. Wat een zegen voor de mensheid had kunnen zijn, gaat ten onder in hebzucht, hoogmoed en gegraai. De uitvinding is verdwenen, meegenomen door een onbekende jager. En uiteindelijk drijft er een lijk in de beek. “Ai Bächlein, liebes Bächlein, war es also gemeind?”