From: MmintBij een niet-kritisch publiek kun je zelfs het element 'meervoudig' laten vallen en gewoon de inhoud van de bestanden in de referentietabel stoppen. Wel zo makkelijk. Je gecomprimeerde bestanden zijn dan piepklein (desgewenst past een bepaald bestand in 1 bit, maar 256 bytes klinkt spannender), maar je referentietabel is navenant groter.
Onzin. Coderen is niet hetzelfde als comprimeren. Het bestand past niet in die ene bit maar komt in je referentie tabel. Met een referentie van 1 bit groot kun je maar naar twee bestanden cq. bestandsondeerdelen refereren. Practisch onbruikbaar dus. Met een grote key (bv. 256 bytes) kun je naar heel veel bestanden cq. bestandsondeerdelen refereren, maar nog steeds niet oneindig veel en zoals eerder genoemd vereist ieder nieuw stukje data z'n plek in de referentie tabel, die bij beperkte grootte een beperkt aantal bestanden kan genereren.
Dedupliceren kan wel degelijk ruimte besparen en als onderdeel van een compressie-algoritme is dat zeker effectief (zie oa. RLE en Huffman). Echter, dit zal never nooit extreme compressie voor alle soorten bestanden opleveren. Uitdaging: probeer reeds gecomprimeerde bestanden (bv. MP3) eens significant (meerdere factoren) kleiner te krijgen.
@TLC: Geef svp. eens een inhoudelijke reactie die van inzicht getuigt.
Lees voor inhoudelijk zinnige repliek en achtergrond informatie
deze en
deze teksten op wikipedia. Op de laatstgenoemde pagina wordt zelfs naar je site verwezen als (overigens best uitgebreide) verzamelplaats van informatie over SDCS en soortgelijke gedachten. Helaas besteedt je site nauwelijks tot geen aandacht aan de critici en hun inhoudelijke argumenten. Wat mij betreft een gemiste kans.
Relevante quotes o.a.:
Op een vergelijkbare manier heeft Claude Shannon in 1948 bewezen dat er een limiet is aan lossless compressie. Om die reden is de nooit gerealiseerde uitvinding van Jan Sloot, waarbij 16 willekeurige speelfilms lossless in 64 kilobyte zouden passen, theoretisch onmogelijk.
Een goed compressiealgoritme moet dus toegesneden zijn op de eigenschappen, zoals statistiek etc, van de te comprimeren bestanden. Wanneer de werkelijkheid afwijkt van de veronderstellingen waarop de compressor is gebaseerd, kunnen ernstige teleurstellingen het resultaat zijn.
In veel verhalen over de vinding van Jan Sloot wordt vermeld dat hij films kon terugbrengen tot een vaste grootte van 1 kilobyte. Het is eenvoudig te bewijzen dat dit onmogelijk is.