|
|
Mogelijke werking broncode
van Jan Sloot
november 26, 2009 door xibieanor |
|
Jan Sloot was volgens de overlevering een begenadigd televisiereparateur, die bovendien werkzaam was in de periode dat hoge kwaliteit analoog signaal overging in de digitale
variant. Met name het analoge signaal van het Composiet Video (CVBS) is in deze kwestie interessant, een analoog
beeldsignaal is namelijk erg eenvoudig. De fase
bepaalt de kleur en de amplitude de verzadiging van die kleur. Het
signaal dat de helderheid bevat loopt er parallel
op een andere frequentie onder. Het signaal voor de helderheid was
zeker in die tijd precies hetzelfde als voor de
zwart-wittelevisie. In principe zijn er dus drie variabelen
nodig om een kleur weer te geven namelijk de waarde van
de fase, de waarde van de amplitude en de waarde van
de helderheid. Aangezien er zes kleuren werden doorgegeven, te weten geel, rood, magenta, blauw, cyaan en
groen en dat 1 volt voldoende was voor de amplitude is het
aantal waarden beperkt.
Analoog signaal coderen
De analoge televisie was hoe je het ook bekijkt, een erg eenvoudig
apparaat. Een elektronenkanon beschreef het
beeldscherm van links naar rechts en van boven naar beneden.
Het elektronenkanon wist dat het aan de volgende
regel moest beginnen, omdat het signaal een lijnpuls ga f aan het
eind van de regel. Aan het eind van het complete
beeld gaf het signaal een rasterpuls, daardoor wist het
elektronenkanon dat het weer bovenaan moest beginnen.
Ook in die tijd was het mogelijk om dat analoge signaal om te
zetten naar een digitaal signaal. Sloot was ongetwijfeld goed bekend met die techniek, want hij was
reparateur in de overgangsmethode van analoog naar
digitaal. Wat de vinding van Sloot vermoedelijk uniek maakte was dat hij
de waarden die hij uitlas codeerde naar een codetaal, het Sloot Digital Coding System (SDCS) in plaats van het
direct digitaal door te zenden. Deze lange rijen van
codetaal sloeg hij op in een database, waarbij hij de
waarden die achterelkaar hetzelfde bleven als hetzelfde links
codeerde. Veel problemen gaf dit niet, want de lijnpuls gaf altijd
het einde van de lijn aan en de rasterpuls het einde
van het raster.
In principe had Sloot dus aan het einde van een film
een database met een enorme hoeveelheid gegevens in de
taal SDCS. Het is niet vreselijk moeilijk om een
database verticaal uit te lezen, zodoende is het
aannemelijk dat
Sloot in zijn codetaal ook de mogelijkheid heeft gebruikt om
hetzelfde als boven aan te geven, wat ook in opslagruimte bespaarde. Zolang de regel boven de schrijfregel maar in het
geheugen staat komt dit goed.
Jan Sloot schreef data op het beeldscherm
Sloot had waarschijnlijk een simpel (beeld)besturingssysteem
geschreven dat opgeslagen was in het befaamde
kastje. Dit beeldbesturingssysteem had als kenmerk dat het het
beeld niet als een compleet plaatje verzond, zoals
digitaal gebruikelijk is, maar opbouwde volgens de structuur
van het de beeldopbouw van een analoge televisie.
Een contante stroom van data schreef het beeld op het scherm.
Veel geheugencapaciteit hoefde dit niet te kosten, want eenmaal
geschreven data kon na een paar regels al uit het geheugen
verdwijnen. Ook het voor- en achteruitspoelen wijst op deze techniek, want het enige wat daarvoor moet
gebeuren is versneld op het beeld schrijven.
Chipkaart van Jan Sloot bevatte sleutel
Blijft over het fenomeen van de chipkaart waarop de complete
film zou staan. Ik vermoed dat de chipkaart slechts
een sleutel bevatte. Sloot had immers de film in SDCS in een
database staan. In principe is het mogelijk om naar
de uitkomst van deze codetaal (SDCS) die de film weergeeft te rekenen.
De sleutel op de chipkaart bevatte de toegang tot de
berekening naar de film in SDCS. Het befaamde kastje van
Sloot bevatte in het besturingssysteem in elk geval de
mogelijkheid om naar SDCS te rekenen aan de hand van de
sleutel, plus de mogelijkheid om die op een scherm weer te geven. Het
kastje van Jan Sloot hoefde niet de hele film
te bevatten, want zolang het systeem maar sneller rekende
als het voor- of achteruit kon ‘spoelen’ ging alles goed.
Omdat het geheugen maar een paar regels codetaal hoefde te bevatten kon
het geheel afspelen met relatief weinig
geheugen. De stroom van gegevens was ook met de geclaimde
zestien schermpjes niet zo groot dat het niet via
een parallelle poort kon worden doorgeven.
Deze manier van werken verklaart ook waarom Jan Sloot alleen films
kon vertonen die zijn systeem had gecodeerd
en waarom hij volgens de overlevering opgenomen videobeeld kon vertonen.
De uitgang van een analoge videocamera verschilt niet van het CVBS-signaal. Het is onwaarschijnlijk
dat er als bewijs op een conferentie anderhalf uur
gefilmd moest worden. Vermoedelijk was het geheugen groot genoeg om dat
op te slaan en bezat het kastje op dat
moment toch een codeerfunctie.
De films in de codetaal bewaarde Sloot in een database
thuis. Al hoefde dat niet, want de hele film kon berekend
worden aan de hand van de code op de chipkaart.
Dit verklaart ook waarom het zenden via een netwerk
niet mogelijk was, zolang beide partijen niet een
identieke
sleutel naar de berekening van zijn taal en het besturingssysteem met
weergaveprogramma bezaten.
Toch analoog en toch coderen
Mocht het systeem zo werken
dan had Jan Sloot gelijk met de uitspraak dat het systeem niet in enen
en nullen werkte. Hij had een manier gevonden om een digitaal apparaat als
zijnde analoog te gebruiken. Hij comprimeerde niks,
maar codeerde uiterst efficiënt. |
|
|
|
|
Reacties naar “Mogelijke werking
broncode van Jan Sloot” |
|
|
|
|
Kritikus zegt:
november 26, 2009 om 9:40
pm
Logische verklaring van het fenomeen
lijkt mij in eerste instantie. Wellicht
dat kenners er iets over kunnen zeggen. |
|
|
|
|
|
Marcel zegt:
november 27, 2009 om 12:00 am
Las het op nujij, wat een verhaal. |
|
|
|
|
|
jan zegt:
november 27, 2009 om 1:48 am
Ik heb een achtergrond in analoge en digitale elektronica en in
informatietechniek /informatietheorie.
Je kunt je idee van ‘simpel analoog composiet video’ signaal eens nader kwanti-ficeren met het sampling theorema
naar de benodigde informatietransportcapa-citeit in [bits of bytes per
seconde] om een dergelijk signaal op het
scherm te krijgen?
Ik denk dat je er dan snel achter komt dat het helemaal niet kan met de
geheugen technologie van die tijd. |
|
|
|
|
|
xibieanor zegt:
november 27, 2009 om 6:33 am
Het CVBS signaal is een golf. Sloot is er vermoedelijk in geslaagd om
het golfje dat bijvoorbeeld Rood 0,45V
aangeeft op te slaan als of een getal, zoals op een magneetband
gebruikelijk was of een eigen code als R45. Het
daaraan toevoegen van de helderheid is slechts een kleine handeling. In
principe kan het er zo uit hebben gezien.
R4201 Of wat hij dat ook in zijn taal had bedacht. Hij creëerde een
printercode van het signaal. Het uitprinten van
golven was ook in die tijd mogelijk. |
|
|
|
|
|
xibieanor zegt:
november 27, 2009 om 10:35 am
@Jan
Dat die hele golf lastig in bits en bytes is op te slaan klopt, maar het
enige wat van belang is is de amplitude en de fase plus het maken van de
combinatie naar de uitslag van het zwart-witsignaal dat de helderheid
bepaalt. Dat zijn de drie waarden waarmee een analoge tv zijn kleur
aangeeft. Deze dingen waren in die tijd allemaal meetbaar, zichtbaar en
printbaar. Wie weet heeft hij niet eens een eigen taal bedacht, maar
berekende hij die gegevens uit de printercode en optimaliseerde hij die
door dubbele waardes te vereenvoudigen. Als je de gegevens van een
analoogsignaal opslaat en doorgeeft hoe een ander moet uitzenden kun je
overal ter wereld dat signaal uit gaan zenden. Ook in die tijd kon je
het signaal van een oscilloscoop mbv een plotter printen. |
|
|
|
|
|
Proet zegt:
november 27, 2009 om 10:40 am
Als het klopt dan vergt het een andere manier van denken. Het is zo
krankzinnig dat ik niet bepalen kan of het briljant
is. Ik hoop het laatste maar denk het eerste. Succes ermee! |
|
|
|
|
|
xibieanor zegt:
november 27, 2009 om 12:45 pm
Je moet niet vergeten dat in het analoge signaal de factor pi een
constante is. |
|
|
|
|
|
Mark zegt:
november 27, 2009 om 11:19 pm
Ik heb destijds met ongeloof en scepsis de hele kwestie gevolgd.
Als ik deze analyse goed begrijp, gaat het principe niet meer op voor
onze hedendaagse plasma en lcd tvs? Deze
schrijven immers niet meer met een elektronenkanon op een oplichtende
buis. |
|
|
|
|
|
jan zegt:
november 28, 2009 om 12:12 am
Zie wikipedia onder ITU-601 standaard, waarin wordt aangegeven hoe de
een-voudigste ongecomprimeerde
gedigitaliseerde kleur videosignalen ongeveer in 165,9 Megabit per
seconde kan worden weergegeven.
Voor 16 films van zeg 1,5 uur betekent dat 1,791 Terabyte en met een
com-pressiefactor (voor ongeveer gelijke beeldlijnen) van 2 dus krap 1 Terabyte. Met de huidige technologie goed
haalbaar want een 1 TB schijfje van 100
Euro of 8 USB sticks van 128 GB (= ongeveer 4K Euro) zijn te koop en
passen in een kastje. 1 Terabyte blijft echter
15,625 miljoen keer de vermeende 64 Kilobyte van Sloot.
Als je het narekent komt het ongeveer overeen met de prestatie om al het
water van een olympisch zwembad
(50mx21mx3,5m) in een 33cl bierflesje te stoppen. |
|
|
|
|
|
Gvdn zegt:
november 28, 2009 om 11:28 am
Netwerk maakte hierover ooit een tweedelige reportage. Niet zodanig over
de techniek, maar over wat er precies
met de “uitvinding” gebeurd is.
http://www.netwerk.tv/uitzending/2004-09-10/de-broncode-deel-1
http://www.netwerk.tv/node/3516
Tot op vandaag blijf ik me afvragen wat fictie en non-fictie is in deze
historie. Het lijk me in elk geval een schitterend
scenario voor een
Hollywood thriller.
xibieanor zegt:
november 29, 2009 om 9:09 pm
Ja zeker. Volgens mij zou het boek ook verfilmd worden. |
|
|
|
|
|
Tails zegt:
december 3, 2009 om 3:57 pm
Als het volgens deze relatief eenvoudige methode zou werken, (wat zou
overeen-komen met wat hij zei, Sloot zei
namelijk dat als een techneut de binnenkant van het kastje zou zien hij
het idee kwijt zou zijn, zo eenvoudig was het)
wat weerhoud ons er dan nu nog van een implementatie te maken van dit
systeem?
Als er nog onderdelen of variabelen onduidelijk zijn, welke zijn dit
dan? |
|
|
|
|
|
WulfCry zegt:
december 28, 2009 om 6:59 pm
Jan Sloot las boeken van ludlum, Geinspireerd door het gene wat hij las
kon hij ook paranoide zijn geweest om
daardoor ook dingen te zeggen als afleidend toe-gediend tactiek.
Simpel betekend dan waarschijnlijk maar absoluut niet makkelijk.
Wellicht zag hij zelf ook in wat deze nieuwe vinding
kon betekenen en had scenario’s in z’n hoofd waardoor hij controle
verloor van de werkelijkheid.
En gezien de moeilijke verleden van deze man verbaast het mij dat
niemand inzacht of moeite deed om een relatie
op te bouwen met deze man om het geheim van z’n werken te delen en
veiligstellen door vroegtijdig patent te maken
geheel aan hem en/of een naaste familielid.
Sloots codering systeem ging mee het graf in zijn notities waren een
ongeordend zooitje. En het enige moment om
te achterhalen enig iets te achterhalen zou zijn waar het kastje gebouwd
was en de eerste keer dat het programma
goed liep zijn ”Eureka” moment. |
|
|
|
|
|
Martin Lentink zegt:
februari 9, 2010 om 9:36 pm
Je ziet iets over het hoofd. Lees de octrooiaanvragen er maar op na.
Sloot be-weerde niet een methode te hebben voor video, maar voor /alle/
gegevens-stromen. Video was slechts de ‘voorkeursimplementatie’. |
|
|
|
|
|
FransG
zegt:
augustus 21, 2010 om
6:56 am
Jan Sloot noemde het niet
compressie. Het was een efficientere manier om data op te slaan. Het had
niets te maken met bits en bytes (blz. 28).
Nulletjes & eentjes waren tweedimensionaal en volgens hem had je drie
de-mensies. Berekeningen in diverse fora die aantonen dat Sloot’s
uitvinding niet mogelijk was worden in 2 dimensies uitgevoerd.
De vraag is dus… bestaat er een 3de dimensie en hoe implementeer je dat
naar 2 dimensies ???
Ps: Veel informatie trof ik aan op
http://jansloot.telcomsoft.nl waar men zoveel mogelijk informatie
gebundeld heeft. |
|
|
|
|
|
Tely Nöcha zegt:
februari 3, 2011 om 7:37 pm
Ich merke jetzt in diesem Moment
dass ich diesen Blog deutlich mehr aufrufen müsste
– da kommt
der Leser echt auf geniale Ideen |
|
|
|
|
|
|
|
|