Mogelijke werking broncode van Jan Sloot
november 26, 2009 door xibieanor
Facebook Twitter LinkedIn Translate Favorites More Services

Jan Sloot was volgens de overlevering een begenadigd televisiereparateur, die bovendien werkzaam was in de periode dat hoge kwaliteit analoog signaal overging in de digitale variant. Met name het analoge signaal van het Composiet Video (CVBS) is in deze kwestie interessant, een analoog beeldsignaal is namelijk erg eenvoudig. De fase bepaalt de kleur en de amplitude de verzadiging van die kleur.  Het signaal dat de helderheid bevat loopt er parallel op een andere frequentie onder.  Het signaal voor de helderheid was zeker  in die tijd precies hetzelfde  als voor de zwart-wittelevisie.  In principe zijn er dus drie variabelen  nodig om een kleur weer te geven  namelijk de waarde van de fase,  de waarde van  de amplitude en  de waarde van de helderheid.  Aangezien er zes kleuren werden doorgegeven,  te weten geel,  rood, magenta, blauw,  cyaan en groen en dat 1 volt voldoende was voor de amplitude is het aantal waarden beperkt.

Analoog signaal coderen

De analoge televisie was hoe je het ook bekijkt,  een erg eenvoudig apparaat.  Een elektronenkanon  beschreef het beeldscherm  van links naar rechts en van boven naar beneden.  Het elektronenkanon wist  dat het aan de volgende regel moest beginnen,  omdat het signaal een lijnpuls ga f aan het eind van de regel.  Aan het eind van het complete beeld gaf  het signaal een rasterpuls,  daardoor wist het  elektronenkanon  dat het weer  bovenaan moest beginnen. Ook in die tijd was  het mogelijk om dat analoge signaal om te zetten naar een digitaal signaal. Sloot was ongetwijfeld goed bekend met die techniek,  want hij was  reparateur in de  overgangsmethode van analoog  naar digitaal. Wat de vinding van Sloot vermoedelijk uniek maakte was dat hij de waarden die hij  uitlas codeerde naar een codetaal, het Sloot Digital Coding System (SDCS) in plaats van het direct digitaal door te zenden.  Deze lange rijen van codetaal  sloeg hij op in een database,  waarbij hij de waarden die achterelkaar hetzelfde bleven als hetzelfde links codeerde.  Veel problemen gaf dit niet, want de lijnpuls gaf altijd het einde van de lijn aan en de rasterpuls het einde van het raster.

In principe  had Sloot dus aan  het einde van  een film een  database met  een enorme hoeveelheid gegevens in de taal SDCS.  Het is niet vreselijk moeilijk om  een database  verticaal uit te lezen,  zodoende is  het aannemelijk dat Sloot in zijn codetaal  ook de mogelijkheid heeft gebruikt om hetzelfde  als boven aan te geven,  wat ook in opslagruimte bespaarde. Zolang de regel boven de schrijfregel maar in het geheugen staat komt dit goed.


Jan Sloot schreef data op het beeldscherm

Sloot had  waarschijnlijk een simpel  (beeld)besturingssysteem geschreven dat  opgeslagen was  in het  befaamde kastje.  Dit beeldbesturingssysteem had als kenmerk dat het het beeld niet als een compleet plaatje verzond,  zoals digitaal gebruikelijk is,  maar opbouwde  volgens de structuur  van het de  beeldopbouw van  een analoge  televisie. Een contante stroom van data schreef het beeld op het scherm.   Veel geheugencapaciteit hoefde dit niet te kosten, want eenmaal  geschreven data kon na  een paar regels al uit het geheugen verdwijnen.  Ook het voor- en achteruitspoelen wijst op deze techniek, want het enige wat daarvoor moet gebeuren is versneld op het beeld schrijven.

Chipkaart van Jan Sloot bevatte sleutel

Blijft over het fenomeen van de chipkaart  waarop de  complete film zou staan.  Ik vermoed dat  de chipkaart slechts een sleutel bevatte. Sloot had immers  de film in SDCS in een  database staan.  In principe is het mogelijk om naar de uitkomst van deze codetaal (SDCS) die de film weergeeft te rekenen.

De sleutel  op de chipkaart bevatte  de toegang tot de berekening naar de film in SDCS.  Het befaamde kastje van Sloot bevatte in het besturingssysteem  in elk geval de mogelijkheid om naar SDCS te rekenen aan de hand van de sleutel, plus de mogelijkheid om die op een scherm  weer te geven.  Het kastje van Jan Sloot  hoefde  niet de hele film te bevatten,  want zolang het systeem maar  sneller rekende als het voor- of achteruit  kon ‘spoelen’ ging alles goed. Omdat het geheugen maar een paar regels codetaal hoefde te bevatten kon het geheel afspelen met relatief weinig geheugen.  De stroom van gegevens  was ook met de geclaimde  zestien schermpjes  niet zo groot dat het  niet via een parallelle poort kon worden doorgeven.

Deze manier  van werken  verklaart ook waarom Jan Sloot alleen films kon vertonen die zijn systeem had gecodeerd en waarom hij volgens de overlevering opgenomen videobeeld kon vertonen.  De uitgang van een analoge videocamera verschilt niet van het CVBS-signaal. Het is onwaarschijnlijk dat er als bewijs op  een conferentie anderhalf uur gefilmd moest worden. Vermoedelijk was het geheugen groot genoeg om dat op te slaan en bezat het kastje op dat moment toch een codeerfunctie.

De films  in de codetaal  bewaarde Sloot in een database thuis.  Al hoefde dat niet,  want de hele film kon berekend worden aan de hand van de code op de chipkaart.

Dit verklaart ook  waarom het  zenden via een  netwerk niet mogelijk was,  zolang beide  partijen niet een  identieke sleutel naar de berekening van zijn taal en het besturingssysteem met weergaveprogramma bezaten.


Toch analoog en toch coderen

Mocht het systeem zo werken dan had Jan Sloot gelijk met de uitspraak dat het systeem niet in enen en nullen werkte.   Hij had een manier gevonden om een digitaal apparaat als zijnde analoog te gebruiken. Hij comprimeerde niks, maar codeerde uiterst efficiënt.

 
     

Reacties naar “Mogelijke werking broncode van Jan Sloot”

     
 

Kritikus zegt:
november 26, 2009 om 9:40 pm

Logische verklaring van het fenomeen lijkt mij in eerste instantie. Wellicht dat kenners er iets over kunnen zeggen.

 

  Marcel zegt:
november 27, 2009 om 12:00 am

Las het op nujij, wat een verhaal.
 

 

jan zegt:
november 27, 2009 om 1:48 am

Ik heb een achtergrond in analoge en digitale elektronica en in informatietechniek /informatietheorie.

Je kunt je idee van ‘simpel analoog composiet video’ signaal eens nader kwanti-ficeren met het sampling theorema naar de benodigde  informatietransportcapa-citeit in [bits of bytes per seconde] om een dergelijk signaal op het scherm te krijgen?
Ik denk dat je er dan snel achter komt dat het helemaal niet kan met de geheugen technologie van die tijd.

 

 

xibieanor zegt:
november 27, 2009 om 6:33 am

Het CVBS signaal is een golf. Sloot is er vermoedelijk in geslaagd om het golfje dat bijvoorbeeld Rood 0,45V aangeeft op te slaan als of een getal, zoals op een magneetband gebruikelijk was of een eigen code als R45. Het daaraan toevoegen van de helderheid is slechts een kleine handeling. In principe kan het er zo uit hebben gezien. R4201 Of wat hij dat ook in zijn taal had bedacht. Hij creëerde een printercode van het signaal. Het uitprinten van golven was ook in die tijd mogelijk.

 

 

xibieanor zegt:
november 27, 2009 om 10:35 am

@Jan
Dat die hele golf lastig in bits en bytes is op te slaan klopt, maar het enige wat van belang is is de amplitude en de fase plus het maken van de combinatie naar de uitslag van het zwart-witsignaal dat de helderheid bepaalt. Dat zijn de drie waarden waarmee een analoge tv zijn kleur aangeeft. Deze dingen waren in die tijd allemaal meetbaar, zichtbaar en printbaar. Wie weet heeft hij niet eens een eigen taal bedacht, maar berekende hij die gegevens uit de printercode en optimaliseerde hij die door dubbele waardes te vereenvoudigen. Als je de gegevens van een analoogsignaal opslaat en doorgeeft hoe een ander moet uitzenden kun je overal ter wereld dat signaal uit gaan zenden. Ook in die tijd kon je het signaal van een oscilloscoop mbv een plotter printen.

 

 

Proet zegt:
november 27, 2009 om 10:40 am

Als het klopt dan vergt het een andere manier van denken. Het is zo krankzinnig dat ik niet bepalen kan of het briljant is. Ik hoop het laatste maar denk het eerste. Succes ermee!

 

  xibieanor zegt:
november 27, 2009 om 12:45 pm

Je moet niet vergeten dat in het analoge signaal de factor pi een constante is.
 

 

Mark zegt:
november 27, 2009 om 11:19 pm

Ik heb destijds met ongeloof en scepsis de hele kwestie gevolgd.

Als ik deze analyse goed begrijp, gaat het principe niet meer op voor onze hedendaagse plasma en lcd tvs? Deze schrijven immers niet meer met een elektronenkanon op een oplichtende buis.

 

 

jan zegt:
november 28, 2009 om 12:12 am

Zie wikipedia onder ITU-601 standaard, waarin wordt aangegeven hoe de een-voudigste ongecomprimeerde gedigitaliseerde kleur videosignalen ongeveer in 165,9 Megabit per seconde kan worden weergegeven.
Voor 16 films van zeg 1,5 uur betekent dat 1,791 Terabyte en met een com-pressiefactor (voor ongeveer gelijke beeldlijnen) van 2 dus krap 1 Terabyte. Met de huidige technologie goed haalbaar want een 1 TB schijfje van 100 Euro of 8 USB sticks van 128 GB (= ongeveer 4K Euro) zijn te koop en passen in een kastje. 1 Terabyte blijft echter 15,625 miljoen keer de vermeende 64 Kilobyte van Sloot.
Als je het narekent komt het ongeveer overeen met de prestatie om al het water van een olympisch zwembad (50mx21mx3,5m) in een 33cl bierflesje te stoppen.

 

 

Gvdn zegt:
november 28, 2009 om 11:28 am

Netwerk maakte hierover ooit een tweedelige reportage. Niet zodanig over de techniek, maar over wat er precies met de “uitvinding” gebeurd is.

http://www.netwerk.tv/uitzending/2004-09-10/de-broncode-deel-1
http://www.netwerk.tv/node/3516

Tot op vandaag blijf ik me afvragen wat fictie en non-fictie is in deze historie. Het lijk me in elk geval een schitterend scenario voor een Hollywood thriller.

                                 xibieanor zegt:
                                 november 29, 2009 om 9:09 pm
                                 Ja zeker. Volgens mij zou het boek ook verfilmd worden.

 

 

Tails zegt:
december 3, 2009 om 3:57 pm

Als het volgens deze relatief eenvoudige methode zou werken, (wat zou overeen-komen met wat hij zei, Sloot zei namelijk dat als een techneut de binnenkant van het kastje zou zien hij het idee kwijt zou zijn, zo eenvoudig was het) wat weerhoud ons er dan nu nog van een implementatie te maken van dit systeem?
Als er nog onderdelen of variabelen onduidelijk zijn, welke zijn dit dan?

 

 

WulfCry zegt:
december 28, 2009 om 6:59 pm

Jan Sloot las boeken van ludlum, Geinspireerd door het gene wat hij las kon hij ook paranoide zijn geweest om daardoor ook dingen te zeggen als afleidend toe-gediend tactiek.

Simpel betekend dan waarschijnlijk maar absoluut niet makkelijk. Wellicht zag hij zelf ook in wat deze nieuwe vinding kon betekenen en had scenario’s in z’n hoofd waardoor hij controle verloor van de werkelijkheid.

En gezien de moeilijke verleden van deze man verbaast het mij dat niemand inzacht of moeite deed om een relatie op te bouwen met deze man om het geheim van z’n werken te delen en veiligstellen door vroegtijdig patent te maken
geheel aan hem en/of een naaste familielid.

Sloots codering systeem ging mee het graf in zijn notities waren een ongeordend zooitje. En het enige moment om te achterhalen enig iets te achterhalen zou zijn waar het kastje gebouwd was en de eerste keer dat het programma goed liep zijn ”Eureka” moment.

 

 

Martin Lentink zegt:
februari 9, 2010 om 9:36 pm

Je ziet iets over het hoofd. Lees de octrooiaanvragen er maar op na. Sloot be-weerde niet een methode te hebben voor video, maar voor /alle/ gegevens-stromen. Video was slechts de ‘voorkeursimplementatie’.

 

 

FransG zegt:
augustus 21, 2010 om 6:56 am

Jan Sloot noemde het niet compressie. Het was een efficientere manier om data op te slaan. Het had niets te maken met bits en bytes (blz. 28).
Nulletjes & eentjes waren tweedimensionaal en volgens hem had je drie de-mensies. Berekeningen in diverse fora die aantonen dat Sloot’s uitvinding niet mogelijk was worden in 2 dimensies uitgevoerd.
De vraag is dus… bestaat er een 3de dimensie en hoe implementeer je dat naar 2 dimensies ???

Ps: Veel informatie trof ik aan op http://jansloot.telcomsoft.nl waar men zoveel mogelijk informatie gebundeld heeft.

 

 

Tely Nöcha zegt:
februari 3, 2011 om 7:37 pm

Ich merke jetzt in diesem Moment dass ich diesen Blog deutlich mehr aufrufen müsste – da kommt der Leser echt auf geniale Ideen