07
-10-2004

Roel Pieper joeg op een hersenschim
Facebook Twitter LinkedIn Translate Favorites More Services
De broncode kan linea recta door naar Hollywood. Het verhaal over de grote
zakenman Roel Pieper en de kleine uitvinder Jan Sloot bevat alle
ingrediënten voor een stevige thriller.


Misschien moeten de halfontklede dame op pagina 58 en de achtervolgingsscène op
pagina 248 wat uitgewerkt worden, maar verder zie je het zo voor je. Hoofdpersoon is een
televisiereparateur uit Nieuwegein, Jan Sloot (een rol die geknipt is voor Dustin Hoffman
of John Malkovich). Hij heeft een uitvinding gedaan die de hele informatietechnologie
omver zal gooien. Dat trekt de aandacht van steeds meer zakenlieden van uiteenlopend
allooi. De excentrieke en onbetrouwbare Leon Sterk (Christopher Walken) is in 1998 de
eerste. De Italiaanse pakken dragende ex-slager Bart van Rheenen (Donald Sutherland,
met dun snorretje) weet Jan Sloot uit diens tentakels te bevrijden en haalt bedrijvendokter
Marcel Boekhoorn erbij, bijgenaamd 'de Vlo' (Harvey Keitel).

Hoger en hoger in de zakenwereld komen we, tot aan niemand minder dan Roel Pieper
(Steven Seagal of Jean-Claude van Damme), die maar weer eens laat zien dat hij sneller
denkt dan zijn schaduw. De waarschuwingen van de gelouterde, hippieachtige
investeerder Eckart Wintzen (een opmerkelijke bijrol van Sean Connery) slaat Pieper in de
wind, en hij laat zijn baantje in de raad van bestuur van Philips schieten om rijk te worden
aan Sloots uitvinding.

Langzaam maar zeker wordt de kleine, neurotische uitvinder vermorzeld door al die
kordate zakenlieden. Met uitzondering van Leo Mierop (Danny DeVito), de kettingrokende
keukenhandelaar uit Rockanje, vertrouwt hij niemand meer. Een dag voordat hij eindelijk
de financiële vruchten van zijn werk zal gaan plukken, wordt Jan Sloot dood gevonden. Zijn
'uitvinding van de eeuw' neemt hij mee in zijn graf; al zijn aantekeningen zijn verdwenen.
Zoon Ben (Brad Pitt) is ervan overtuigd dat zijn vader vermoord is, omdat iemand wilde
voorkomen dat de uitvinding op de markt zou komen. Of zou het toch zelfmoord zijn, omdat
de uitvinder al die tijd de boel heeft zitten flessen? Aftiteling.

Eric Smit, de redacteur van het zakentijdschrift Quote die vier jaar uittrok voor dit ijzersterke
verhaal, heeft een gouden pennetje, zodat je 'De broncode' in één adem uitleest. Dat het,
zo niet helemaal dan toch wel grotendeels, op waarheid berust, maakt het extra
spannend. Het is onthutsend om te zien hoe gerenommeerde, technisch onderlegde
zakenlieden kwijlend achter een vinding aanliepen die nauwelijks een hoger
werkelijkheidsgehalte had dan een perpetuum mobile.

Sloot beweerde een hele speelfilm verliesvrij te kunnen versleutelen tot een bestand van
niet meer dan een kilobyte, wat neer zou komen op datacompressie met een factor twee
miljoen. Het zou betekenen dat videorecorders en dvd-spelers naar de schroothoop
konden en breedbandnetwerken in een klap waardeloos zouden worden.

Het wonderbaarlijke is dat de Nieuwegeinse televisiereparateur een
demonstratieapparaatje had gemaakt om zijn absurde claims te ondersteunen, en dat
leek waarachtig echt te werken. Niemand mocht in het kastje kijken en over de werking
van het 'Sloot Digital Coding System' liet de geestelijk vader zich alleen uit in uiterst vage
bewoordingen. Niettemin sleepte Roel Pieper hem mee naar Amerikaanse
topindustriëlen zoals Charles Wang. Tom Perkins, 's werelds grootste risico-investeerder,
kwam zelfs speciaal naar Nederland. Na de dood van Sloot bleek het geheimzinnige
kastje onvindbaar.

Het verhaal van Jan Sloot en Roel Pieper was door Eric Smit al grotendeels eerder in
Quote aan de grote klok gehangen. Het boek is een uitbreiding en afronding. Het is met
de nodige branie opgeschreven en de weergave van dialogen zal vast met enige vrijheid
zijn gebeurd, maar het bevat zo veel details en bewijsmateriaal (onder andere een aantal,
overigens beroerd gedrukte, foto's) dat aan de kern van het verhaal nauwelijks te
ontkomen valt.

Roel Pieper, tegenwoordig hoogleraar aan de Universiteit Twente, staat er van alle figuren
in deze hightech realitythriller het meest gekleurd op. Hij heeft in de vorm van een apart
hoofdstuk zelfs een eigen minibiografie gekregen die, hoe ontluisterend ook, de vaart uit
het verhaal haalt en ook het niveau schaadt. Dat er vanuit huize-Pieper, geheel tegen de
gewoonte in, weinig substantieel tegengeluid komt, terwijl van 'De broncode' al bijna
twintigduizend exemplaren zijn verkocht en er ook nog eens twee Netwerk-uitzendingen
aan zijn gewijd, zegt echter waarschijnlijk wel iets. Hoewel, bij Pieper weet je het nooit.
Die man denkt zó snel.


Eric Smit: De broncode. Podium, Amsterdam 2004. ISBN 90 5759 156 1. 328 pagina's


www.debroncode.nl