Meningsverschil over Sloot Decoding
 

Facebook Twitter LinkedIn Translate Favorites More Services

Een prutser, mythomaan of zelfs een charlatan? Die kwalificaties vallen de hoofdpersoon uit De Broncode ten deel. Maar ook lof voor zijn redeneertrant en zelfs een hecht geloof in de vinding. Netkwesties sprak met hoogleraar Kees Schouhamer Immink, die tot 2003 bij Philips werkte als compressiespecialist.

We beloofden in "Roel Pieper geroosterd", de recensie van De Broncode, met een beperkt weerwoord van Roel Pieper, terug te zullen komen op de technologie van Jan Sloot.

De eerste uitgesproken reactie van een lezer volgde al spoedig op de publicatie: "Hoe durven jullie te spreken van 'een technologie'. Het is nooit meer geweest dan een kastje van een prutser, dat is toch evident?"

Pieper ging, net als in het vraaggesprek met Smit dat we vorige week online zetten, in de tv-uitzendingen van Netwerk nog meer over de kling.

De televisie bracht  het als opzienbarende ontdekkingen, maar de artikelen waren er drie jaar geleden al. Weblog "R-win.com" wees er nog even op dat Smit zelf in oktober 2003 al meewerkte aan radio-uitzendingen van Kees Wieringa voor de Humanistische Omroep. Ook de betrokkenen, waaronder Pieper zelf, kwamen hierin aan het woord. Vrijwel niemand luistert er naar Radio747, maar de tv bereikt velen.

Het is dus niet waar dat Pieper sinds 2001 niet meer wilde praten over de zaak, hij wilde niet meer met Smit praten. Pieper is in de documentaire volkomen nuchter over de zaak. "Reputatie komt in jaren en gaat in seconden", zegt Pieper tegen Wieringa, om echter vervolgens te ontkennen dat zijn reputatie is geschonden. Hij trekt een cynische conclusie over Sloots dood: hij vraagt voortaan wel even naar de medische toestand van ondernemers die zich bij hem melden. Pieper sprak nog op Sloots begrafenis uit een 'soort professioneel persoonlijk gedrag', zegt hij. Pieper spreekt  in het radioverslag tussen neus en lippen over 'geloof' in de vinding. Pieper zegt ook dat door vergaande technologische ontwikkeling de behoefte aan Sloots uitvinding sterk is verminderd. Hij vindt het verder een gepasseerd station. Wegens zijn vakantie konden we Pieper niet bereiken.

Eric Smit, schrijver van 'De Broncode', liet in een reactie weten niet van zins te zijn geweest om de technische aspecten te belichten. We beschuldigden hem ervan dat niet te hebben gedaan in zijn boek om de mythe en daarmee het sappige verhaal in stand te houden. Volgens Smit heeft hij geen technische kennis en gaat het boek over 't gedrag van Roel Pieper en al die andere mannen die de vinding van Sloot te gelde wilden maken.

De octrooien

Smit heeft met zijn uitgever inmiddels een website  "www.debroncode.nl"  opgezet.  Die is nog lang niet af,  maar op verzoek heeft Smit er een aantal documenten op geplaatst die een rol speelden in de affaire Sloot. Daarbij is op de eerste plaats de eerder door Roel Pieper en investeerder Marcel Boekhoorn uitgegeven verklaring te lezen over de volgens hun onjuiste interpretaties in de eerdere Quote-artikelen van Smit. Pieper zou Philips niet belazerd hebben voor eigen gewin. Smit houdt vol van wel. Inmiddels staat er ook een fax van Pieper aan Netwerk, gelijkluidend aan de verklaring die hij eerder naar Netkwesties stuurde.

Verrassend en boeiend uit privacyoogpunt zijn de twee rapporten van detectivebureau Control Risks Group op de Keizersgracht in Amsterdam die voor 425 gulden per uur onderzoek deed na Sloots dood. Daarin staat onder meer informatie over de kluis die Sloot voor zijn dood zou hebben geopend en waartoe zijn vrouw en zoon toegang tot zouden krijgen. "Kluis is onbekend". Dus het 'kastje' is niet teruggevonden.

Onder die documenten bevindt zich octrooi 1009908, al ingediend op 20 augustus 1998. Ook is er een registratie van de vinding en een Investering Memorandum voor Philips van Boekhoorn.

Duidelijk uit de stukken is dat het niet zozeer gaat om  'compressie' - het verkleinen van bestanden zonder verlies van data - maar om een database met de bestanden waaruit de chipkaart put. Dus ook de voortdurend geuite bewering van '16 films op een chipkaart' klopt niet. De films, of welk materiaal ook, zijn gecodeerd en via een formule beschikbaar.

Meer uitvinders


In een reactie op het boek 'De Broncode' is ook de site "www.endlesscompression.com" opgezet met een opsomming van personen, vindingen en octrooien die met de vinding van Sloot te maken hebben,  plus een uitgebreide uitleg met verwijzingen. Er is wel een probleempje: nergens zijn de principes in een werkend apparaat toonbaar gemaakt voor derden, maar het wordt afdoende duidelijk dat Sloots gedachten niet uniek waren en dat hij dus een spoor te pakken had dat plausibel resultaat kon hebben.

De webmaster van deze site heeft de vindingen van Sloot geprobeerd na te bouwen. Dat is hem niet gelukt daar het algoritme niet na te bootsen was, maar hij is er steevast van overtuigd dat Sloot een goede weg had ingeslagen. En dat dus ook Pieper terecht geloof hechtte aan de vinding van Sloot. Te meer daar ook elders op de aardbol personen op dezelfde wijze probeerden tot datacodering te komen. Hij wil liever op de achtergrond blijven en verder speuren om 'hype' te voorkomen.

In het kort behelst de codering van Sloot het volgende. Ze is niet gebaseerd op bestaande compressiemethoden en -uitgangspunten, maar op het knippen van (video)bestanden in kleine deeltjes, de pixels, tonen dan wel lettertekens. Deze krijgen elk een eigen, unieke code, een 'sleutelcode'. Een bestand bestaat dan uit  reeksen sleutelcodes die bij het vertonen van het bestand in een unieke volgorde worden opgeroepen. Die volgorde staat op de chipkaart die communiceert met een databank met de codes. Dit is het referentiegeheugen dat centraal staat in de vinding.

In de stukken is zelfs sprake van '90 films op een enkele 128KB-chipkaart', nog meer dan de vijftien of zestien films die Sloot zou hebben vertoond vanuit zijn wonderkastje. De vraag is dan hoe je in vredesnaam zonder verlies van data tot kleine codes kunt komen en deze weer kunt herleiden tot het originele bestand zonder dat er verlies optreedt. Hiervoor zou Sloot algoritmen hebben bedacht, die hij zelf 'simpel' noemde en wat een reden was voor zijn argwaan voor diefstal.

Bovendien lijkt het volgende principe te zijn toegepast: een uitgangspunt is dat je voor de codering niet hoeft uit te gaan van een oneindig aantal variaties van nullen en enen zoals het principe is voor alle compressiemethoden tot nu toe. Eindigheid, ofwel beperking van mogelijkheden bij omzetting is het principe. Niet alle combinaties komen voor en sommige combinaties komen vaak voor en hoef je maar 1 keer te coderen. Neem het gezegde 'hij loopt': dat is niet 'n toevallige combinatie van 9 tekens uit een oneindig aantal variaties, maar je kunt dit geheel een 'sleutelcode' geven. Nu is dit met woorden en zinnen nog redelijk te begrijpen, maar hoe doe je dat met filmfragmenten? Die kun je terugbrengen tot  'frames'  maar die zijn vaak zeer uniek. Sloot is, zegt zijn verdediging, er in geslaagd om ook tot een afdoende en vast systeem voor videoframecodering te komen.

Is dat het geheim van Sloot? Of is het principe theoretisch interessant, maar in de praktijk doelloos, zoals Kees Shouhamer Immink in het interview zegt aan de hand van zijn voorbeeld van moppen van Sam en Moos.

Compressiegenie


De ironie wil dat juist Philips historie heeft geschreven met datacompresssie. De bekendste man daarin was de hoogleraar Kees Schouhamer Immink. Hij kreeg nog in 2003 een Emmy Award voor zijn uitvindingen, hoewel hij Philips al teleurgesteld had verlaten.

Schouhamer Immink benaderde Netkwesties uit eigen beweging vorige week. Hij had genoten van het artikel en las daarop het boek van Eric Smit  waar hij nog meer van genoot. Schouhamer Immink hecht totaal geen geloof aan 't verhaal van Sloot, en veegt ook de vloer aan met Roel Pieper.

Schouhamer Immink kan uitstekend verwoorden wat hij bedoelt. U kunt naar z'n woorden luisteren. We spraken ook over de dood van Sloot, wellicht moord of zelfmoord indien hij zich in het nauw gebracht voelde.

Hij gelooft dus niets van de vinding, maar het aardige is dat hij de vinding (of 'vinding') eens zegt te willen bekijk
en met een elektronicadeskundige, een man zoals Sloot zelf. Want de wetenschapper is wel nieuwsgierig hoe Sloot te werk zou kunnen zijn gegaan...


Peter Olsthoorn, 16 september 2004